Richard Wagner (1813-1883) heeft niet zo geweldig veel zuiver instrumentale muziek geschreven. Wagners symfonische muziek samenbundelen zou dus maar een magere reeks cd’tjes opleveren. De Nederlandse arrangeur en componist Henk de Vlieger maakte echter symfonische bewerkingen van de belangrijkste Wagner-opera’s en het zijn die ‘Wagner-symfonieën’ die centraal staan in een reeks uitgaven bij het Engelse label Chandos Records. Na ‘The Ring – an orchestral adventure’, ‘Parisfal – an orchestral quest’ en ‘Tristan und Isolde – an orchestral passion’ is het nu de beurt aan ‘Meistersinger – an orchestral tribute’. Enkele kleinere, vroege ouvertures van Wagner (de ‘Columbus’ ouverture, de ‘Faust’ ouverture en twee ‘Entreactes Tragiques’) ronden de plaat af. Dirigent is zoals steeds de Est Neeme Järvi die het Royal Scottish National Orchestra dirigeert.
‘Die Meistersinger von Nürnberg’ leent zich uitstekend tot het schrijven van een symfonisch arrangement. Dat komt bijvoorbeeld omdat de opera begint met een echte, apart gecomponeerde ouverture, die Henk de Vlieger dan ook haast ongewijzigd overneemt. Die ouverture wordt opgevat als eerste deel van deze elfdelige ‘Meistersinger’-symfonie en haalt een groot deel van het verdere muzikale materiaal aan. Die tien delen volgen mooi chronologisch het verloop van de opera: na de ouverture verzamelen de meesterzangers zich, volgt de dans van de zangleerlingen, de monoloog (of eerder: het lang uitgewerkte leitmotiv) van Hans Sachs en het voorspel tot de derde akte. De finale van de opera krijgt aardig wat ruimte in de instrumentale versie: de tweede helft van de Vliegers bewerking bestaat uit muziek die uit de laatste akte van de originele ‘Meistersinger’ komt en die de plechtige zangwedstrijd, Walthers prijslied en uiteindelijke overwinning beschrijft.
De Vlieger verving de zanglijnen uit het origineel met instrumentale partijen, die zich niet zelden in hoorns, klarinetten of strijkers bevinden. Vaak werkt dat goed genoeg: de plechtstatige sfeer van de ‘Versammlung der Meistersinger’ wordt verklankt door hoorns, klarinetten en fagotten terwijl Wagner in zijn opera stemmen gebruikt. Walther von Stolzings ‘Preislied’, het innige lied waarmee de jonge ridder in de opera de hand van Eva Pogner, zijn geliefde, wint, komt dan weer wat magertjes over. De symfonische orkestratie klinkt nooit zo gevoelig als het mooie lied dat een – goede – tenor in de context van de opera zingt.
De koperblazers van het Royal Scottish National Orchestra mogen flink uit hun pijp komen op deze Wagner-plaat. Zoals de ‘Meistersinger’ bewijst, is Neeme Järvi niet afkerig van een aardig krachtdadige aanpak, met grandioze climaxen en veel hoorns, trompetten en slagwerk. Die aanpak zet zich trouwens ook door op de overige werken van de cd. Zo beëindigt Wagner zijn ‘Columbus’ ouverture met een net niet groteske marsbeweging, vol triomfantelijke trompetten. Indrukwekkend is het zeker, muzikaal is die ouverture echter niet Wagners meest geïnspireerde moment.
Leuker – maar veel minder typerend Wagneriaans – zijn de twee ‘Entreactes Tragiques’, korte fragmenten muziek die Wagner (waarschijnlijk) componeerde als scènemuziek voor het toneelstuk ‘König Enzio’ van Ernst Raupach. De orkestratie werkte hij nooit af maar Henk de Vlieger stoomde een uitvoeringsversie klaar die sterk aan de muziek van Schubert en Carl-Maria von Weber doet denken. De entreactes worden gespeeld met een strikt klassiek orkest waar strijkers, en niet de blazers het hoge woord voeren en waar melodieën charmant en overzichtelijk, haast classicistisch aandoen.
De geest van Franz Liszt kan men dan weer ontwaren in de ‘Faust’-ouverture, de bekendste van Wagners vroege composities. Wagner speelt hier met dezelfde theatraliteit die ook Liszts symfonische gedichten kenmerkt – en ook met hetzelfde gebrek aan inhoud, zullen critici beweren. De doorwrochte harmonieën en complexe melodielijnen van zijn latere opera’s zijn alleszins nog niet aanwezig maar de zware orkestratie wel en die blijft indrukwekkend dankzij Järvi’s gevoel voor theater, een gevoel dat hij moeiteloos overdraagt naar deze werken die voor in de concertzaal bedoeld zijn. Originele Wagner is dit niet voor honderd procent maar zowel Henk de Vliegers arrangementen/orkestraties als de twee vroege ouvertures doen een nieuw licht schijnen over Wagners muziek!