De Duitse bas-bariton Thomas Quasthoff geniet wereldfaam voor zijn vertolkingen van het klassieke zangrepertoire, in het bijzonder de romantische Lieder. Hij is als docent verbonden aan de gereputeerde Hanns Eisler Hochschule für Musik in Berlijn en won naast een karrenvracht aan andere prijzen drie Grammy Awards. Misschien was het hoog tijd voor een nieuwe uitdaging, al beweert Quasthoff altijd een hart en een stem voor jazz gehad te hebben. Hoe het ook zij, hij sloeg de handen in elkaar met Till Brönner - een Duitse jazztrompettist met een indrukwekkend palmares - om een jazzplaat op te nemen met klassiekers van de gebroeders Gershwin, Duke Ellington, Stevie Wonder en anderen. Het Deutches Symphonie-Orchester Berlin onder leiding van Nan Schwarz wisselt als begeleiding af met diverse kleinere jazzbandbezettingen. Voeg daar nog de versterking bij van rotten Alan Broadbent, Chuck Loeb, Dieter Ilg en Peter Erskine en de kaarten lijken alvast gunstig geschud.
'Watch What Happens' is naast het tweede nummer ook de ondertitel van de plaat. Wat er gebeurt, lost slechts ten dele de hooggespannen verwachtingen in. Quasthoffs stem is, zoals te verwachten, bijzonder gul, rijk en warm ('There's a Boat that's Leavin' Soon for New York'). Na een erg gestaag – zelfs op het randje van langdradig - opgebouwde spanning demonstreert hij in 'You and I' ook tot welke vocale krachtpatserij hij in staat is, in dit geval een schijnbaar onbegrensde klim in register.
Helaas zijn zulke acrobatieën dun gezaaid; hetzelfde geldt voor de wat rauwere, grommende stemkleuren die hier even van stal worden gehaald.
Bovendien krijgt soleerwerk op dit album weinig plaats. Vocale improvisatie is er in het geheel niet op te vinden, hoewel lovende concertverslagen getuigen van Quasthoffs capaciteiten ter zake. Loebs gitaarsolo in 'Secret Love' is, zoals zijn begeleidingswerk, evenwichtig en zorgvuldig opgebouwd. Hij is echter ook kort, braaf en weinig meeslepend. Hetzelfde kan gezegd worden over Tönners trompetsolo in 'Ac-Cen-Tchu-Ate the Positive'.
De arrangementen zijn bijna uitsluitend van Broadbent en Schwartz. Beide zijn uitgekiend en van een erg grote dichtheid, die beklemmend kan gaan werken. Daar waar Broadbent nog wat schwung weet op te wekken met zijn big band-arrangementen ('Can't We Be Friends'), komt Schwarz met zijn orkest in de vaarwateren van Broadway-musicals terecht met nummers als 'In My Solitude' en 'What Are You Doing the Rest of Your Life'. Bovendien gaat dit vaak gepaard met verrassend onexpressief zangwerk en nu en dan ronduit melige teksten, wat leidt tot veel gladde, bombastische en steriele momenten.
Al bij al is het jazzalbum een onderkoeld, gepolijst, en weinig gedurfd geesteskind geworden. Vocale en instrumentale exuberantie, expressiviteit en onvoorspelbaarheid werden ingeruild voor uiterst ingenieuze en dik geweven arrangementen waarin al het muzikale talent verstikt geraakt en niet weet uit de band te springen wanneer het de kans krijgt.
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links