De Sommernachtskonzerte in het barokke paleis Schönbrunn in Wenen zijn een jaarlijkse traditie van de Wiener Philharmoniker, een beetje als de nieuwjaarsconcerten maar dan 's zomers en in de openlucht. Daniel Barenboim werd gevraagd om het concert in 2009 te dirigeren en die koos, weinig verwonderlijk voor de gelegenheid een programma dat 'de nacht' als centraal thema had.

De Wiener opent met – hoe kan het ook anders – Mozarts serenade in G, KV 525 best gekend als 'Eine Kleine Nachtmusik'. Hoe gekend dit stukje muziek ook mag zijn, het is altijd fijn om te horen hoe interessant de strijkers van de Wiener Philharmoniker deze muziek houden en hoe transparant en levendig Barenboim Mozart kan doen klinken. De Wiener moet hier bijna zeker met ene gereduceerde bezetting spelen en het resultaat is een Mozart met een opgewekt menuet, een frisse finale en een zangerig maar vlot langzaam deel.

De rest van het programma bevat echter minder gekend werk. Barenboim dirigeert het orkest van achter de piano in Manuel De Falla's 'Nachten in Spaanse Tuinen', De Falla's officieuze pianoconcerto. In dit driedelige werk ligt de virtuoze pianopartij echter knus ingedekt in een vrij dikke orkestratie. Ondanks de impressionistische boventonen van de muziek, brengt de Wiener Philharmoniker een vrij vette uitvoering ten gehore, met een breed, misschien zelfs wat log middendeel en een robuuste finale die minder pittoresk Spaans dan wel typisch laatromantisch aandoet.

Heel verrassend is het volgende werk: Mussorgsky's 'Nacht op de Kale Berg' doet bij veel luisteraars een belletje rinkelen maar de versie die de Wiener Philharmoniker hier speelt is niet de gepolijste versie die Rimsky-Korsakov na Mussorgsky's dood van dit symfonische gedicht maakte maar Mussorgsky's eigen eerste versie uit 1867, die de componist na vernietigende kritiek achter hield en pas bijna honderd jaar na zijn dood opnieuw uitgegeven werd. In vergelijking met Rimsky-Korsakovs bewerking is het origineel minder melodieus en op vele vlakken ruwer, barbaarser. Anderzijds maakt dat het ook moeilijker om in het werk een levendige uitbeelding van een duivelse sabbatnacht te horen.

Het concert sloot af met de wals 'Tausend und eine Nacht' van Johan Strauss, een bewerking van een reeks walsen die Strauss voor zijn eerste (geflopte) operette 'Indigo en de veertig Dieven' componeerde. Hier zijn we bij repertoire beland dat de muzikanten van de Wiener Philharmoniker waarschijnlijk met hun ogen dicht nog kunnen spelen maar toch klinkt deze quasi-oriëntaalse 'Tausend und eine Nacht' opvallend braafjes, in de introductie in de blazers zelfs wat plat. De bisnummers omvatten Josef Strauss' 'Im Fluge' een typische snelle polka, 'El Firulete', een symfonische tango van de Argentijnse componist Mariano Mores (denk Piazzola, maar klassieker en voor groot symfonisch orkest) en tot slot 'Wiener Blut', een van Johann Strauss bekendste walsen.

Zo koppelt deze cd een reeks bekende werken aan nauwelijks gespeelde maar erg toegankelijke klassieke stukken. De walsen en 'Eine Kleine Nachtmusik' krijgen over het algemeen mooi en transparant vorm. Een goede opname van de originele versie van Mussorgsky's 'Nacht op de Kale Berg' is nauwelijks te vinden en ook De Falla's 'Nachten in Spaanse Tuinen' is ook minder courant – enkel jammer dat de Wiener in dit werk niet meer exotisme in haar uitvoering steekt.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.