Terwijl in heel Europa de laatromantiek in volle bloei was, ging de Franse muziek haar hoogstpersoonlijke weg. Claude Debussy en Maurice Ravel zijn sleutelfiguren, maar Henri Duparc past met zijn 'Mélodies' ongetwijfeld in dit rijtje. De jonge Britse bariton Konrad Jarnot heeft met de ervaren begeleider Helmut Deutsch deze 'Mélodies' opgenomen, naast Ravels 'Shéhérazade'. Bijzonder aan 'Shéhérazade' is dat het de allereerste opname is met een mannelijke zanger en met piano. Tot nu toe werd voor opnames altijd voor de orkestversie en vrouwenstem gekozen.
Voor 'Shéhérazade' vond Ravel zijn inspiratie in een gedicht van Tristan Klingsor. Het is een driedelig werk dat wordt gekenmerkt door een zanglijn die uiterst subtiel het midden houdt tussen spraak en lyriek. Zowel in de tekst als in de muziek valt, vooral in het eerste lied 'Asie', het exotisme op. Gedurende het hele lied wordt de wens uitgesproken om naar Azië te kunnen gaan en om daar alles wat toen exotisch leek te beleven. Muzikaal kiest Ravel voor de pentatoniek: het vijftonensysteem dat onmiddellijk Oosterse referenties oproept. Weliswaar speelt hij er mee en springt hij van de ene pentatonische reeks naar de andere, maar hij verliest zijn basisidee nooit. Lied twee en drie hebben tekstueel misschien minder direct het exotische maar muzikaal blijven ze in dezelfde stijl. Behalve de pentatoniek is het meest opvallende element de manier waarop Ravel met sfeercontrasten omgaat. De zuiverste pianissimi slaan om in de grootste uitbarstingen. Jarnot is zonder twijfel een expressief zanger met een prachtige stem, die vooral kan ontroeren in de zachtere momenten. Als Brit heeft hij echter het nadeel dat zijn Frans, hoe verdienstelijk ook, niet echt idiomatisch is. Die mindere dictie heeft als gevolg dat hij, vooral in de hoogte, vaak gaat drukken op zijn stem. Het is ook dat wat hapert aan zijn vertolking van de 'Mélodies' van Duparc.
Henri Duparc was tijdens zijn leven zijn eigen ergste criticus, waardoor hij het grootste deel van zijn œuvre verbrand heeft. In zijn werk valt direct de zwaarmoedigheid op. De teksten die hij kiest gaan vooral over de dood en de verlossing die de dood brengt. Hij weet daar de ideale sferen bij te scheppen: het ingetogen verlangen naar rust in 'L'Invitation au Voyage', het zwaarmoedige in 'Lamento' of de woede-uitbarstingen in 'Le Manoir de Rosemonde'. Duparcs taal is eerder eenvoudig en subtiel, zowel harmonisch als melodisch. Het is die subtiliteit waar het Jarnot, ondanks vele mooie momenten, ook hier aan ontbreekt. Net als in Ravel overtuigt zijn zachtere register, maar klinkt de hoogte af en toe geforceerd. Dankzij de prachtige verfijnde begeleiding van Helmut Deutsch wordt toch steeds een prachtige muzikale opbouw gemaakt. In deze liederen en in Shéhérazade schept Deutsch onmiddellijk een kleurrijk tapijt waarop het als zanger ideaal meedrijven is.
Dit subtiele repertoire wordt al te zelden opgenomen en is eigenlijk te weinig bekend. Alleen daarom al is deze cd, ondanks de bedenkingen bij de zanger, een waardige aanvulling van de cataloog.
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links