Stermezzosopraan Cecilia Bartoli laat de platgetreden paden liever voor wat ze zijn. Dat toonde ze al aan met haar vorige cd's, waarmee ze onder andere enkele onbekende aria's van Vivaldi en werk van Mozarts minder gekende tijdgenoot, Antonio Salieri, onder de aandacht bracht. Ook haar gloednieuwe cd 'Sacrificium' getuigt van lef en originaliteit. In vijftien nummers verkent ze het muzikale verhaal van de castraten, in al zijn schoonheid én wreedheid.

Bartoli's nieuwsgierigheid naar de muziek van 'La scuola dei castrati', de Italiaanse castraatscholen uit de 18e eeuw, bracht haar naar Caserta in Napels, het toenmalige centrum van de castraatmuziek. Hier verdiepte ze zich wekenlang in archieven, waar ze niet alleen massa's muziek van de grote castraatcomponisten ontdekte, maar ook steeds meer te weten kwam over de historische achtergrond en de schokkende realiteit achter de castratencultus. Het offer voor de unieke schoonheid van een castratenstem was hoog: om één Farinelli of Caffarelli te krijgen, werden in Italië jaarlijks zo'n vierduizend jongetjes gecastreerd. Hadden zij geluk, dan groeiden zij uit tot de popsterren van hun tijd en werden zijn aanbeden en steenrijk. Het overgrote deel haalde die grote top echter niet. Zij werden uit de samenleving gebannen en eindigden meestal in het klooster of in de prostitutie. Om nog maar te zwijgen over de barbaarsheid van de castratie zelf. Geen schoonheid zonder wreedheid, daar gaat 'Sacrificium' over.

Ook geen schoonheid zonder uitdagingen, en die waren er voor Bartoli te over bij het opnemen van deze cd. De muziek vergt niet alleen een enorme elasticiteit van de stem, maar ook een uitstekende techniek en een waanzinnige longinhoud. Vooral dat laatste bleek een moeilijkheid; de volwassen mannelijke castraten beschikten immers over een veel grotere longinhoud dan vrouwen. Maar in geen enkel nummer lijkt Bartoli hier echt moeite mee te hebben. Ook de bijna onmogelijke acrobatieën in de muziek – snelle loopjes, vele sprongen en grote intervallen tussen de laagste en hoogste noten – weerklinken alsof het niets is. In 'Cadro, ma qual si mira' van de Napolitaanse componist Francesco Araia komen bovengenoemde elementen samen. Deze furie-aria, waarschijnlijk één van de moeilijkste ooit geschreven, staat vol coloratuurpassages van wel dertig maten lang. Het is een waar bravourestukje, waarin Bartoli nog maar eens aantoont dat ze over een verbluffende zangtechniek beschikt. De energie en passie waarmee ze zingt, worden bovendien gedragen door het geweldige spel van Il Giardino Armonica, onder leiding van Giovanni Antonini.

Nog moeilijker dan de virtuositeit, is volgens Bartoli het controleren van de emotie bij het zingen van de pathetische aria's. Castraten waren meesters in het uitdrukken van gevoelens en het overweldigen van het publiek met een diepgaande inleving in de muziek. Een prachtige aria is 'Parto, ti lascio, o cara' van Nicola Porpora, één van de bekendste castraatcomponisten en –leraren uit het barokke Napels. Het nummer klinkt uiterst beheerst, maar tegelijk gaat er zo'n enorme emotionele kracht van uit, dat geen ziel onberoerd blijft.

Met de cover van haar cd wilde Cecilia Bartoli een sterk beeld weergeven van een vrouw in een mannelijk lichaam. Het beeld past perfect bij de andere boodschap die ze met 'Sacrificium' meegeeft, namelijk dat ook vrouwen deze muziek aankunnen. Al moet je hier wel de ballen en het waanzinnige talent van Bartoli voor hebben.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.