Een selectie van vroeg twintigste-eeuwse liederen hier, gezongen door de Tsjechische sopraan Magdalena Kozena. Ze heeft haar stukken zorgvuldig gekozen en op de cd staan dan ook liederen van erg verschillende componisten: Maurice Ravel, Benjamin Britten, Dmitri Shostakovich, Erwin Schulhoff en Ottorino Respighi. Deze werken zijn geschreven voor kamermuziekbezetting maar dat hoeft niet alleen zang met pianobegeleiding te zijn.
Zo opent de cd met drie 'Chansons Madécasses', exotische liederen uit Madagascar op tekst van de creoolse dichter Evariste-Désiré de Parny. Het eerste is een liefdesgedicht, terwijl de twee andere het koloniale leven in Afrika beschrijven. Het derde lied, bijvoorbeeld, is een zwoele uitbeelding van een landeigenaar die in de tropische zon ligt en lui orders geeft aan zijn inheemse onderdanen. De 'Chansons Madécasses' zijn geschreven voor dwarsfluit, cello, piano en zang en dat geeft aan het geheel een typisch 'Ravels' exotisch tintje. De muziek klinkt licht en vaag impressionistisch maar blijft altijd bijzonder trouw de inhoud van de tekst volgen.
Heel mooi is het lange 'Il Tramonto' van Respighi, naar een Italiaanse vertaling van een gedicht van Shelly. Het strijkkwartet dat Kozena begeleidt omarmt de zangpartij met een rijke, warme klankkleur die naar het orkestrale neigt maar veel doorzichtiger is. Ook Kozena zelf zingt hier (af en toe) groots en naar het operatische toe maar de muziek keert toch altijd terug naar een intieme sfeer. De trieste tekst wordt voorzien van een rustige, kalme melodie die naar het eind helemaal wegsterft. – 'Tramonto' betekent niet voor niets 'Zonsondergang'.
Drie korte en atonale 'Stimmungsbilder' van Erwin Schulhoff zijn kleinere werkjes, voor viool, piano en zang, waarbij viool en zang met elkaar in dialoog gaan. Veel melodischer en tonaler daarentegen is Brittens 'Charm of Lullabies', op teksten van verscheidene Engelse dichters, waaronder William Blake en Thomas Randolph. Dit zijn vijf erg mooie slaapliedjes met eenvoudige teksten en korte melodieën die rechtstreeks uit volksliedjes kunnen komen. De rustige, pastorale sfeer komt tot uiting in het tweede lied 'The Highland Balou', waar de piano met een kort terugkerend figuurtje het hele lied vorm geeft. 'A Charm' is dreigender en vertelt over (ingebeelde) monsters die het kind mee willen nemen als het niet in slaap valt. Maar zoals 'The Nurse's Song' waarmee de cyclus afsluit, eindigt elk slaapliedje kalm en wiegend.
Met Shostakovich' '5 Satires' op tekst van Sasha Chorny zijn we dan weer in een andere wereld terechtgekomen. Wat absurd, ironisch op het arrogante af en door en door Russisch zijn deze 5 liederen een prachtvoorbeeld van Shostakovich' leefwereld. De liederen zijn heel eenvoudig en verhalen grappige anekdotes of absurde situaties, allemaal erg nuchter gebracht. De tekst van eerste lied bijvoorbeeld: 'Kritiku' - 'Aan de criticus' is een kort aforisme waarin dichter criticus hekelt. Het gedicht wordt bijna gereciteerd, waarna de piano nog enkele maten een eenvoudig polkamelodietje speelt en het stuk met een kort akkoord beëindigt. Of het derde lied 'Potomki', dat gaat over de belofte van lotsverbetering maar ook het vruchteloos wachten erop. Wil de componist hier, subtiel, het vastgeroeste Sovjetsysteem treffen? Maar Shostakovich kan ook intense vreugde beschrijven, in een gedicht over het ontwaken van de lente bijvoorbeeld waarbij Chorny's euforische tekst op vrolijke manier in muziek wordt omgezet.
De luisteraar krijgt hier een mooie selectie liederen in verschillende talen (die Kozena goed onder de knie heeft) en van verschillende stijlen te horen. Tegenover de exotische pareltjes van Ravel staat bijvoorbeeld de nuchtere ironie van Shostakovich of de onschuld van Brittens slaapliedjes. Kozena zingt bijzonder helder en licht, helemaal afgestemd op het kleine ensemble dat haar begeleidt. Een intelligente en gevarieerde cd.
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links