De Tsjechische mezzo-sopraan Magdalena Kožená behoort tot de meest gevraagde zangeressen van deze tijd. Ze heeft een repertoire dat zowel barokke oratoria als creaties bevat. Voor deze nieuwe cd, die kadert in de reeks portretten die Deutsche Grammophon uitbrengt, heeft ze een persoonlijke selectie gemaakt uit de opnames die ze de afgelopen tien jaar heeft uitgebracht.
Het interessante aan Kožená's keuze is dat ze de te verwachten namen als Mozart of Bach combineert met ware ontdekkingen. Eén daarvan is de Tsjech Josef Mysliveček (1737-1781), die naast een tijdgenoot ook een vriend van Mozart was. De melodische rijkdom in de aria uit "L'Olimpiade" is een bewijs van de kwaliteit van zijn muziek, al mist ze de harmonische rijkdom die Mozarts aria's wél hebben. Mysliveček wordt echter perfect gediend door de warme en kleurrijke stem van Kožená. Die verleidelijke stem, gekoppeld aan een adembenemende omgang met coloraturen, maken van de Händelaria's en de aria uit Mozarts "La Clemenza di Tito" een feest voor het oor. In Cherubino's onschuldige canzonetta 'Voi che Sapete' neemt de breedademige lyriek, waarin Kožená haar eindeloos legato kan demonstreren, opnieuw de bovenhand. Bovendien wordt de charmante melodie opgefleurd met bescheiden omspelingen. Naast deze aria's is er op deze dubbel-cd veel ruimte voor de familie Bach. Bijzonder ontroerend in deze sectie is de aria 'Erbarme dich' uit de "Matthäuspassion". Dirigent Marek Štryncl kiest een kalm, ademend tempo, waardoor Kožená de kans krijgt om alle lyriek en alle spanning in de aria uit te spelen. Met subtiele kleurwijzigingen en een perfect gevoel voor dynamiek maakt ze er een van de hoogtepunten van deze verzamel-cd van. Die kansen krijgt ze minder in 'Vergnügte Ruh' of in Johann Christoph Bachs expressieve en chromatisch verrassende 'Ach, das ich Wasser g'nug'. Het orkest, gedirigeerd door Reinhard Goebel, klinkt enorm gejaagd en laat de lyriek geen kans. Iemand als Kožená, die perfect gevoel voor kleur, timing en dynamiek heeft, verdient beter. Dat krijgt ze gelukkig bij de andere dirigenten, waarvan vooral Marc Minkowski indruk maakt. Samen met zijn Musiciens du Louvre zorgt hij steevast voor energieke, precieze vertolkingen.
Kožená sluit deze verzameling af met enkele Moravische volksliederen van Leos Janácek. De intimiteit van haar vertolking, gekoppeld aan de expressionistische harmonieën van deze muziek grijpen genadeloos naar de keel. Eens te meer bewijst ze, gloedvol begeleid door Graham Johnson, dat ze tot de boeiendste zangeressen van haar generatie behoort.
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links
