In een reeks cd's met de Münchner Philharmoniker wordt nu een cd met Amerikaanse muziek uitgebracht. Dirigent is Amerikaan James Levine, die vijf jaar lang vaste dirigent van dit orkest was. Naast twee klassiekers – de Cubaanse ouverture van Gershwin en de tweede symfonie van Charles Ives – wordt ook de recente derde symfonie van John Harbison gebracht.
Gershwin schreef zijn 'Cuban Overture' in een tijd toen het voor Amerikanen nog aangenaam vertoeven was op dit Caraibische eiland. Het geeft de luisteraar precies wat hij kan verwachten van Gershwin: een vrolijke potpourri van Latijns-Amerikaanse ritmes en swingende beats, gearrangeerd voor symfonisch orkest, maar vaak zo dik georkestreerd dat het bijna bigband muziek wordt. Ives' tweede symfonie dateert uit 1901 en is diep geworteld in de Europese romantische traditie van Brahms en Schumann. Er zijn nog weinig sporen in terug te vinden van de modernistische wegen die de componist later zou inslaan. Ives probeert hier, zoals Copland en Barber, Amerikaanse volksmuziek te verenigen met een strenge symfonische vorm. Hierdoor vindt de luisteraar overal fragmenten uit en herinneringen aan volksliedjes als 'Camptown Races' of 'Pig Town Fling' doorheen het werk. Uiterlijk is dit echter een erg formeel werk in de stijl van Dvorak of Tchaikovski, maar de luchtige volksmelodietjes verlenen het een speciaal 'Amerikaans' karakter. Het trage derde deel of de inleidende hymne bewijzen dat deze symfonie zeker de emotionele diepgang bezit om tot het grote symfonische repertoire gerekend te worden. Als er een werk is dat het beluisteren van deze cd de moeite waard maakt, is het dit wel. De Münchner Philharmoniker speelt eerder bescheiden, met lyrische strijkers, zuivere houtblazers en helder slagwerk en trompetten, deze laatste dan vooral in Harbisons symfonie. Die dateert uit 1990 en doet qua stijl wat aan oudere (jaren '70) filmmuziek denken, al is de muziek natuurlijk meer doordacht. Het werk is hoofdzakelijk atonaal, maar in een vlot verstaanbare taal geschreven, wat het luisteren ernaar niet al te inspannend maakt. Het wordt, doorheen de vijf delen, die zonder onderbreking achter elkaar gespeeld worden, gedomineerd door hoorns en trompetten, vaak versterkt met een batterij slagwerk.
Alle werken op de cd zijn live opgenomen – tijdens de symfonie van Ives kan de luisteraar zelfs een paar kuchjes uit het publiek horen die de montage niet heeft weggesneden – er dat komt de geloofwaardigheid van de opname alleen maar ten goede. Immers, live-opnames hebben dat voordeel over studio-opnames dat ze de spanning van een concertuitvoering goed weergeven op cd. Verder is het cd-boekje mooi uitgewerkt, met een overzichtelijke bespreking van de muziekstukken en een korte chronologische geschiedenis van het orkest. De werken op de plaat zelf zijn beslist de moeite waard, al is het maar omdat er weinig opnames van bestaan.
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links