Met een verzameling werk van een hele generatie Engelse componisten uit de late zestiende eeuw vulde de Duitse contratenor Andreas Scholl deze nieuwe uitgave bij Harmonia Mundi. Centraal staat de bekendste Engelse componist uit de late renaissance, John Dowland, maar liederen - 'consort songs' – van tijdgenoten komen eveneens aan bod, net als enkele puur instrumentale stukken.

Scholl is en blijft een meester in dit repertoire, dat hij in elk opzicht probleemloos beheerst. Hij raakt precies de juiste toon, halverwege tussen hoop en melancholie die deze muziek haar unieke charme geeft. Met een uitspraak die altijd verstaanbaar blijft en een hoogte die zelfs op topnoten helder klinkt bezit hij kwaliteiten die zeker niet elke contratenor gegeven zijn. Alleen zo jammer dat hij op aangehouden noten, vooral aan het einde van een frase helemaal afvlakt. Als dit een paar keer voorkomt stoort dit niet zozeer want het geeft deze muziek zijn mooie gevoel van gelatenheid maar wanneer Scholl praktisch elke frase op dezelfde manier afsluit, begint het wat te vervelen.

Het Concerto di Viole, dat Scholl begeleidt bestaat uit een vierstemmig strijkerensemble, al dan niet met een bas die door luit versterkt wordt. De begeleiding wordt net loom genoeg gehouden om deze muziek haar melancholische karakter te geven. Zelfs een volkslied (compleet met gefloten melodietjes) als 'Venus' birds whose mournful tunes' heeft iets erg stijlvols en gepolijst. De imitaties in het contrapunt van Dowlands 'Crystal Tears' komen gelaten over en ook de twee 'fantasias' van John Ward hebben iets heel beheersts, ondanks de duidelijk dansritmes waarop deze muziek zich baseert. Waar ritmiek net wat meer naar voren had kunnen komen, is in het lied 'Though Amaryllis dance in green', een opgewekt maar hier jammer genoeg niet altijd even transparant uitgevoerd lied dat volledig door dansritmes en hemiolen hoog gehouden wordt. Luitist Klaus Jacobsen kan verrassend kwetsbaar over komen, met een heel intieme lezing bijvoorbeeld van Dowlands instrumentale 'Semper Dowland, semper dolens', een lezing die deze muziek zo introvert mogelijk ten gehore brengt. De prominente luitbegeleiding in de liederen is een typisch Engels renaissance fenomeen en de mooie manier waarop die hier onder handen genomen wordt, doet je begrijpen waarom in vele werken van iemand als Benjamin Britten driehonderdvijftig jaar later nog steeds verwijzingen naar dit soort van muziek zitten.

Dit is een verzameling Engelse consort muziek waar liefhebbers van oude muziek van zullen genieten. Als we een minpuntje moeten noemen is het dat Andreas Scholl soms wat afgevlakt en grijs overkomt maar met een uitvoering die trouw blijft aan de muziek kan er verder weinig mislopen.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.