De Franse muzikant Jean-Guihen Queyras behoort inmiddels tot de belangrijkste cellisten ter wereld. Bij het label Harmonia Mundi is hij ongetwijfeld de beste vertegenwoordiger van het instrument. In de Harmonia Mundi Gold-serie wordt daarom een van zijn vroegere opnames voor de platenmaatschappij opnieuw aangeboden. Het betreft cellosonates van drie componisten die allen afkomstig waren uit het gebied dat de geschiedenis is ingegaan als Oostenrijk-Hongarije. Omdat cellosonates traditioneel een begeleider behoeven, werkte Queyras samen met Alexandre Tharaud, nog een van de toen piepjonge virtuozen die bij Harmonia Mundi het mooie weer maakten - inmiddels maakte Tharaud immers de overstap naar Virgin Classics. Omdat Queyras echter twee solosonates en solo-werk van Kurtág brengt, is Tharauds rol op deze cd niet bijster groot. Hoewel Queyras opent met werk van Kurtág, wordt de centrale spil eigenlijk gevormd door Zoltan Kodály, die de romantische principes van zijn leermeesters de rug toekeerde en zich muzikaal in de richting van het impressionisme begon te ontwikkelen, om uiteindelijk bij een nog ruwere en vrijere stijl aan te belanden. Met de minder bekende cello-solosonate van de in 1992 gestorven Sandor Veress slaat Queyras vervolgens de brug naar György Kurtág, een van de meest vooraanstaande hedendaagse componisten.
Met alles samen nog geen drie minuten muziek kan men de openingsstukjes van Kurtág moeilijk anders beschouwen dan als opwarmers. Het gaat om een selectie voor cello solo uit het grotere werk 'Signs, Games and Messages, for strings' ('Jelek, játékok és üzenetek'), dat meerdere miniaturen bevat, opgevat als een frivool spel voor strijkers. Vanuit die lichtzinnigheid komt Queyras meteen terecht bij de solosonate voor cello van Zoltan Kodály. Hoewel dit het opus 8 van de componist is, lijkt het werk eerder aansluiting te vinden bij de solo vioolsonate van Béla Bartók dan bij de romantische leermeesters van de jonge Kodály. Over drie delen heen gaat de componist heel inventief met het instrument om en Queyras legt enorm veel vuur in zijn viriele vertolking. Geen voorzichtigheid of nodeloos intellectualisme bij de jonge Fransoos, die het werk vanuit de onderbuik op magistrale wijze gestalte geeft. In de daaropvolgende 'Sonatine voor cello en piano' van diezelfde componist, dat een afzonderlijk gepubliceerd, "mislukt" eerste deel voor Kodály's grote cellosonate zou kunnen zijn, lijkt Queyras opnieuw zijn demonen te lijf te gaan. Anderzijds countert hij de donkerte uit deze sonatine met een enorme lyriek. Het belang van Alexandre Tharaud als begeleider kan men hier niet miskennen. De pianist vertegenwoordigt immers de obscure onderlaag waar Queyras tegen opbokst en het contrast tussen piano en cello is tegelijk van een ontroerende harmonie.
Met Kurtág wordt vervolgens het tweede luik van de cd ingeluid, dat dezelfde opbouw kent als het eerste. De drie korte reflecties die Queyras deze keer presenteert zijn innerlijk meer verscheiden, maar roepen samen toch een sfeer van quasi-mystiek op. Met de solosonate van Sandor Veress, een tegenwoordig vrijwel vergeten componist, valt vervolgens de grootste verrassing van deze opname. Verspreid over drie kortere delen lijkt de componist de weg af te leggen van kosmisch bewustzijn naar aards solipsisme: via een open 'Dialogo' naar een existentieel 'Monologo' naar een striemend 'Epilogo'. In plaats van vervolgens logischerwijs verder te gaan op het betreden pad en te eindigen bij de abstracties van Kurtág; legt Queyras neer met een prachtig 'Adagio voor cello en piano' van Kodály. Er schemert zowel melancholie als hoop door in de bijna feeërieke slotakkoord, dat terug een romantische sfeer ademt.
'Sonatas for cello and piano' bevestigt kortom waarom Jean-Guihen Queyras eerder een van de beste cellisten ter wereld werd genoemd. Zijn eclectische discografie, bestaande uit oude muziek op authentieke instrumenten naast interpretaties van hedendaagse werken, is van een constant, briljant niveau en ook qua kamermuziek kiest Queyras de juiste partners in repertoire dat hij perfect beheerst. Een cellist om te blijven volgen, zoveel is zeker.