Gevaarlijk spul, zo'n Barok verzamelalbum met werk van ruim vijf obscure componisten. Jérôme Correas, aanvoerder van Les Paladins, doet het echter voor niet minder: hij acht deze muziek meer dan waardevol genoeg en wil haar met het grote repertoire uit die tijd confronteren. Zodoende is het recital onder de titel 'Le Triomphe de l'Amour' een combinatie van werk van Rameau en Lully met dat van een aantal onbekend gebleven collega's. Het uitgangspunt was een reis prepareren die de vooruitgang van de Franse Barok tussen de 17e en de 18e eeuw moet aantonen. Correas doet dat niet via een braaf chronologisch opgestelde cd, maar plaatst muziek met honderd jaar verschil in tijd gewoon naast elkaar. Die contrasten houden het album interessant, want waar Barokmuziek al te vaak dreigt te vervallen in het afhaspelen van formules, krijgt de verveling hier geen schijn van kans.
Jérôme Correas en Sandrine Piau, de ster van dit recital, vonden elkaar aan het conservatorium van Parijs, waar ze allebei een grote fascinatie koesterden voor het Barokke repertoire. Oorspronkelijk dachten ze overigens allebei een andere roeping te hebben dan hun huidige: Correas was eerst zanger en verlegde vanuit die expertise zijn grenzen door directie te volgen. Piau op haar beurt dacht altijd dat de harp voor haar was weggelegd, tot ze op latere leeftijd verknocht raakte aan de menselijke stem. Inmiddels is ze al aardig in de veertig, maar haar jong gezicht laat haar toe nog steeds tot de categorie "jonge talenten" gerekend te worden. Haar passage in De Munt vorig seizoen droeg in ieder geval bij aan haar naambekendheid in België, waar ze nu als publiekslieveling geregeld wordt verwelkomd. Onder Correas' hoede klinkt tot slot het Barokensemble Les Paladins, genoemd naar een opera van Rameau. Dat ensemble streeft naar een zeer grote authenticiteit qua klank, wat hier een wisselend positief resultaat oplevert: soms kan Correas een fragiele klankschoonheid aan zijn ensemble ontlokken, maar later balanceert het collectief op de rand van een snijdende, weinig aangename harmonie. Puur orkestraal is deze 'Le Triomphe de l'Amour' daarom een dubbeltje op zijn kant, waarbij de kwaliteit varieert van compositie tot compositie.
Het repertoire is helaas niet altijd dankbaar, maar dat wordt gecompenseerd door de keuzes die Correas gemaakt heeft: hij plaatst stukken met beklijvende partijen voor Piau naast werken die met symfonische bravoure zijn uitgewerkt. Piau schittert in haast al haar bijdrages, en het is inderdaad zij die met haar vederlichte, maar waarachtige stem deze cd tot iets buitengewoon maakt. Zoals gezegd is Les Paladins niet altijd van even goede makelij, en Jérôme Correas verzorgt een erg Franse begeleiding: altijd zachtmoedig en nooit geforceerd theatraal, terwijl de werken toch vanuit een groot enthousiasme voor de muziek worden verklankt. Finaal moet echter worden toegegeven dat onbekend gebleven Barokcomponisten geen volledig recital kunnen dragen. Grétry, Rebel, Francoeur, Campra, Favart en co steken niet zodanig af tegen Lully en Rameau dat het pijn doet, hetgeen misschien pleit voor het avontuur dat Correas wilde ondernemen. Anderzijds zijn hun gefragmenteerde liefdeszangen niet van die aard dat ze de luisteraar helemaal in het album zuigen. Deze cd is daarom ten zeerste aan te raden voor de nieuwsgierige Barokliefhebber, terwijl de doorsnee melomaan rustig verder kan leven zonder ooit deze muziek te ontdekken. De triomf van de liefde kan in dit geval dus wel wat gerelativeerd worden.