Met deze heruitgave presenteert Harmonia Mundi enkele orkestsuites van Georg Philipp Telemann. Telemann was een van de meest vruchtbare componisten in een barokke tijd waarin componisten sowieso al productief waren en de huidige selectie vormt dus maar een minimaal onderdeel van Telemanns instrumentale oeuvre.
Deze dwarsdoorsnede is echter zowel representatief als spectaculair: een gevarieerde orkestratie, met rijkelijke partijen voor hobo's, trompetten, pauken en hoorns zorgt voor twee cd's vol met spectaculaire virtuoze hoogstandjes. Qua structuur mogen de 'ouvertures' of 'suites' (Telemann gebruikt beide begrippen door elkaar) typisch heten voor de Frans geïnspireerde hofmuziek die in de eerste helft van de achttiende eeuw doorheen heel Europa populair was. Het eerste deel van zo een suite wordt steeds gevormd door een ouverture in Franse stijl, waarin een statige, trage beweging gevolgd wordt door een snel, fugatisch deel. Daarna komen afwisselend hofdansen, elk met hun eigen typerende cadans, of karakterstukjes, waarin Telemann volop de kans grijpt om aan klankschildering te doen.
Karakterstukjes staan dan ook in overvloed op deze plaat en hier staan zowel Telemanns vakmanschap als zijn gevoel voor humor tentoon. De 'Älster Echo' suite bevat delen als 'Der Kannonierende Pallas', waarin de hoorns kanonnen- en musketvuur nabootsen of 'Konzertierende Frosche und Krähe', waarin dissonanten en chromatiek voor een kakofonische beestenboel zorgen. De suite 'Les Nations' bevat muzikale portretten van verschillende Europese en niet-Europese volkeren, wiens karakter dor de Akademie für alte Musik Berlin dik in de verf gezet wordt. De Moskovieten worden afgeschilderd als morose en melancholisch, de Portugezen hartstochtelijk en trots en de Turken exotisch en oorlogszuchtig.
Belangrijkst van al is echter de prestatie van de Akademie für alte Musik Berlin. De muzikanten zorgen voor uitvoeringen vol met vuur, met een stevige en ritmisch duidelijk afgelijnde basso continuo. Delen met trompetten, zoals het ‘Jubeloratorium für die Hamburger Admiralität’ weerklinken met dezelfde regale uitgelatenheid als Händels 'Music for the Royal Fireworks', terwijl de suite in F 'Älster Echo' met zijn bezetting van vier hoorns zonder meer tot de meest indrukwekkende composities uit de achttiende gerekend mag worden.
Van Telemanns instrumentale werken hoeft men niet dezelfde doorwrochtheid te verwachten als van Bachs composities. Telemann kende, als een ware vakman, echter zijn instrumenten, zijn muzikanten en zijn publiek door en door en slaagde erin om muziek te componeren die zich vlot laat spelen, toch spectaculair klinkt en geen seconde verveelt. Dat laten deze negen suites, ouvertures en concerto’s zonder meer horen.