Het Nepalese Sur Sudha, opgericht door tablaspeler Surenda Shrestha, bestaat dit jaar 25 jaar. Het klassieke tabla-sitar-fluit trio waarvan alle muzikanten hun opleiding in India genoten hebben, heeft zich in die periode toegelegd op het bewaren en uitdragen van verschillende aspecten van Nepalese muziek. Voor hen geen kruisbestuivingen met westerse of andere muziekvormen, maar alleen de zuivere tradities uit verschillende streken van hun vaderland.
Wie op zoek gaat naar een traditionele, lange raga moet daarvoor wachten tot aan de zesde en laatste track van de cd. Pas hier nemen sitar en tabla (fluitist Prem Rana is hier niet actief) de typische vrijheid, terwijl vooral deze laatste in de andere nummers doorgaans aan de leiband gehouden wordt. Op het einde van de meer dan vijftien minuten durende afsluiter mag hij echter even uithalen. Sitarspeler Tara Bir Tuladhar laat het niet zover komen en explodeert niet zoals sommigen van zijn collega's dat al eens durven. Hierdoor klinkt deze raga dan ook zuiver als een melodische meditatie zonder een doorgedreven spanningsopbouw.
Op de andere tracks klinkt de muziek duidelijk meer gestructureerd: melodisch, metrisch en vormelijk. Doorgaans wordt er gewerkt met een basismelodie die (na de gebruikelijke intro) het stuk op gang trekt en afsluit. In sommige nummers keert deze melodie ook terug als refrein tussen de improvisatorische solo's van fluit en sitar. Daarbij valt op dat die nooit uitgesproken virtuoos uitpakken: de melodische benadering domineert en soms wordt er zelfs thematisch gedacht, vertrekkend vanuit de basismelodie of een ander thema. Bovendien kiest Shrestha voor herhalende tablaritmes, met uitzondering van enkele momenten in 'Hariyla' waar hij de ritmiek even een stevige tik geeft. De regelmaat en de gestructureerde benadering die daarmee overheersen, zorgen er voor dat de triotracks het best aansluiten bij de westerse muziektraditie. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is het snellere 'Lyase Mayju' dat metrisch heel duidelijk en strak georganiseerd is met een kortere melodie dan in de andere stukken het geval is.
De andere stukken zijn complexer, al wordt dit er niet vingerdik bovenop gelegd. Zo is de maatsoort waarin het schommelende 'Bhim Palasi' gedacht wordt heel herkenbaar, maar krijgt de melodie een vreemde lengte mee die erg misleidend werkt. In het volkslied 'Simsime Panima' wordt dit "probleem" nog uitvergroot door het lange verloop van de melodie, waarin een soms wat onverwachts terugkerende cel van enkele noten voor een misleidend effect zorgt. Voor de grootste complexiteit tekent echter de eerste track: 'Udaya'. Met een lang uitgesponnen melodie die bovendien in een asymmetrische zeven kwartsmaat geschreven lijkt, wordt het tijdgevoel van de luisteraar sterk op de proef gesteld. Het gevolg is dat deze compositie boeiend blijft, ondanks de afwezigheid van een grote climax.
Sur Sudha heeft duidelijk niet de bedoeling om zieltjes voor de Nepalese muziek te winnen door vingervlugge virtuositeit of grote spanningsbogen. De structuur van de muziek is en blijft echter op en top traditioneel en laat heel verschillende gradaties van complexiteit horen. Dat alleen al maakt de cd boeiend in haar integrale verloop.
Meer over Sur Sudha
Verder bij Kwadratuur
Interessante links