Elke bariton die zich als liedzanger wil profileren moet, of hij nu wil of niet, afrekenen met de mythe Dietrich Fischer-Dieskau. Eén van de weinigen die er ook daadwerkelijk in lukt uit Fischer-Dieskau's schaduw te treden is Matthias Goerne. Na een alom gelauwerde opname van Schuberts 'Winterreise' is zopas een cd verschenen waarop hij, samen met Eric Schneider, liederen vertolkt van Robert Schumann. Bekende cycli als 'Dichterliebe' of de 'Liederkreis' nam hij al op. Hier betreft het losse liederen, die af en toe in minicycli zijn gegroepeerd. Die groeperingen maakte Goerne op basis van twee criteria: soms volgens opusnummer en soms volgens tekstdichter.
Enkele van de liederen ('Die Löwenbraut', 'Belsazar' en 'Die beiden Grenadiere') zijn langere ballades: eerder prozaïsche verhalen met meerdere personages. Daar bespeelt Schumann ook alle muzikale spectra. De verschillende stemmingen erin zijn ideaal om zijn tegengestelde muzikale persoonlijkheden (hij noemde ze zelf 'Florestan' en 'Eusebius') uit te spelen: extraverte momenten wisselen af met eerder dromerige passages. Bij de andere liederen duikt 'Florestan' bij voorbeeld op in het openingslied 'Ins Freie': erg gepunteerde ritmische figuren, een uitbundige zanglijn, en homofone akkoorden in de piano. 'Widmung' lijkt met zijn stijgende gebroken akkoorden in de piano ook extravert te zijn, maar in het middendeel verandert het karakter. Homofone triolen in de piano en een ander metrum geven wat meer rust. Hier laat Schumann de zanglijn wat meer ruimte om uit te zingen alvorens terug te keren naar het onstuimigere a-deel. Echte voorbeelden van het dromerige zijn o.a. 'Du bist wie eine Blume' of 'Die Lotosblume'. Daar primeert zachte dynamiek en een breed legato in de zangstem. Dat legato is één van Goernes sterkste punten. Hij heeft sowieso een prachtige, erg donkere stem waarvan hij alle kleuren ten volle benut. Maar zijn klankideaal ligt overduidelijk in een schier oneindig legato: wat een beheersing! Eén klein minpunt eraan is dat hij in functie van zijn legato hier en daar bindingen maakt in de tekst die de verstaanbaarheid verminderen. Over de ganse lijn zijn de teksten echter best te verstaan. Bovendien is het duidelijk een keuze van Goerne, en geen onkunde: het gebeurt enkel in de echte legatoliederen. Wat zijn interpretaties ook zo sterk maakt, is zijn tekstbegrip. Zo heeft hij in de ballades één tekstuele climax voor ogen waar hij de luisteraar ook mee naartoe sleept. Op andere momenten geeft hij door een andere inkleuring een zin dan weer een dubbele bodem.
Met deze cd levert Goerne opnieuw bewijs van zijn unieke liedkunst. Samen met Schneider heeft hij een plaat afgeleverd die elke Schumann-liefhebber in huis zou moeten hebben!
Meer over Robert Schumann
Verder bij Kwadratuur
Interessante links