Richard Wagners 'Tristan en Isolde' behoort tot zijn meest geliefde opera's. Een van de grote problemen bij het uitvoeren van dit meesterwerk is dat de beide hoofdrollen erg zwaar zijn en er slechts weinig zangers te vinden zijn die deze partijen ook écht aankunnen. Dat neemt niet weg dat er recent diverse opnames van Tristan zijn uitgebracht. De versie van Warner is opgenomen met publiek, maar – om de zangers te sparen – in drie delen. Toch is deze box geen onverdeeld succes te noemen...
De opera vertelt over de onmogelijke liefde tussen Tristan en Isolde, die aan het eind verenigd worden in de dood. Wagner heeft dit drama voorzien van passionele muziek, die haar expressiviteit haalt uit de chromatische harmonieën en de uitgesponnen lyriek. Door de lengte van het werk – het duurt meer dan vier uur – vraagt het een dirigent met een verfijnd gevoel voor spanning. Daaraan beantwoordt Donald Runnicles zonder twijfel. Hij schept mooie sferen en stelt zijn gevoel voor timing steevast ten dienste van de muzikale stroom. Bovendien houdt hij zelfs in de grootste uitbarstingen rekening met de noden van de zangers. Jammer dat het BBC Symphony Orchestra soms iets te weinig uit de verf komt. De houtblazers zijn best overtuigend, maar de strijkers missen te vaak de dynamiek die deze muziek vraagt.
Grotere vragen kunnen er gesteld worden bij de mannelijke hoofdrol. Van bij de eerste noten is het duidelijk dat Tristan veel te zwaar is voor tenor John Treleaven. Zijn vertolking wordt voortdurend verstoord door een ongecontroleerd vibrato en door een wel zeer bedenkelijke intonatie. Pas in het derde bedrijf, waarin Tristan op sterven ligt en hallucinerende monologen moet zingen, schemert af en toe een warme stem door. Door zijn vermoeide stemgeluid gaat het grote liefdesduet uit het tweede bedrijf echter compleet de mist in, hoezeer sopraan Christine Brewer ook probeert om met haar lyrische, heldere stem de passie van de muziek uit te drukken. Zij presenteert over de ganse lijn een mooie vertolking en beschikt zowel over de kracht die de grote uitbarstingen vragen als over de controle om in de eerste akte haar vertellingen op te fleuren met snijdende pianissimi. Soms kiest ze er echter voor om haar grote stem de bovenhand te laten halen op de expressie van de rol, waardoor bijvoorbeeld haar eerste interventies of haar sterfscène niet te volgen zouden zijn zonder tekstboekje. Boeiend is wel hoe zij en de heerlijk warme mezzo van Dagmar Pecková – in de rol van Isoldes dienares Brangäne – hun stemkleuren op elkaar afstemmen, wat hen in de duetten in het eerste bedrijf opvallend dicht bij elkaar brengt. Naast Pecková zorgt bariton Boaz Daniel (als Tristans vriend Kurwenal) voor de boeiendste momenten. Zijn flexibele bariton overwint zowel de hoge tessituur als de donkere dramatiek wanneer hij bij de zieke Tristan aan het waken is. De diepe expressiviteit waarmee hij zijn woorden inkleurt zijn een zegen voor het oor. Meer vertolkingen van dit kaliber hadden deze 'Tristan und Isolde' vast en zeker van de wat brave middelmaat kunnen redden...
Meer over Richard Wagner
Verder bij Kwadratuur
Interessante links