Al van bij de creatie is Wagners 'Parsifal' omgeven door een waas van mystiek. Het gegeven van de Heilige Graal fascineert de mensheid al eeuwen lang, maar Wagner doet er nog een schep bovenop door het oeroude christelijke thema van schuld en verlossing uit te spelen. In 'Parsifal' is het geheime graalgenootschap in verval geraakt en wordt het verlost door de 'onschuldige dwaas' Parsifal. Daarnaast schept hij een muzikale wereld die met al haar leitmotieven zowel chromatische spanning als magistrale, epische spankracht in zich heeft. Aan het lange lijstje opnames van 'Parsifal' wordt door Deutsche Grammophon nog een toegevoegd met in de rol van de jonge onschuldige dwaas de niet meer zo jonge Plácido Domingo...

Deze nieuwe cd is een neerslag van een aantal opvoeringen die vorig jaar plaatsvonden in de Weense Staatsopera. In de orkestbak zit met andere woorden een orkest dat een luxueuze klank kan maken in alle dynamieken, met strijkers die Wagners "unendliche Melodie" van een schijnbaar eindeloos legato kunnen voorzien en loepzuivere kopers die in de koraalachtige passages met een even heldere klank uit de hoek komen als in de grootste fortissimi. Dirigent Christian Thielemann geniet echter wat té veel van die opulentie: veel van Wagners motieven en veel van het spanningsvolle contrapunt verdwijnt ten koste van de – weliswaar steevast indrukwekkende - klankrijkdom.

Op vocaal gebied vereist een uitvoering van 'Parsifal' in de eerste plaats een volbloed heldentenor met een frisse stem en voldoende kracht om de hele opera uit te zingen. Dat is net wat Plácido Domingo niet meer is. In de lagere regionen van de rol laat hij momenten van pakkende warmte horen, maar wanneer de passie (en de tessituur) stijgt moet hij zijn eens zo mooie tenor onder druk zetten. Hij wordt bovendien niet geholpen door zijn povere Duitse dictie, iets waar de andere leden van de cast amper op te betrappen zijn. Bij Domingo's tegenspeelster Waltraud Meier (Kundry) is elk woord verstaanbaar, en komt elke vocale nuance van haar aartsmoeilijke rol verfijnd naar voren. Wagner laat Kundry zowel de berouwvolle zondares zijn als de duivelse verleidster en Meier beheerst die ambiguïteit tot in de puntjes. De andere rollen zijn stuk voor stuk ingevuld op een niveau dat van de Weense Staatsopera te verwachten valt, al springt vooral de Gurnemanz van Franz-Josef Selig nog in het oor. Met zijn ruime bas en zijn perfect legato weet Selig de lange monologen van Gurnemanz steeds boeiend te houden.

In deze 'Parsifal' valt er heel wat te genieten, zeker voor wie zich kan vinden in de uitbundige en massale interpretatie van Thielemann. Wat de opname echter pijnlijk aantoont is dat er ook voor grote artiesten als Domingo een tijd van komen en een tijd van gaan is...

Meer over Richard Wagner


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.