Het laatste deel van Wagners tetralogie 'Der Ring des Nibelungen' ziet Siegfried, de onverschrokken held, ten onder gaan als gevolg van de intriges van zijn medemensen en hun zucht naar de Ring, het symbool voor totale macht. Zijn dood, door bedrog en verraad teweeggebracht, veroorzaakt de vernietiging van de wereld. Niet alleen de koninkrijken der mensen worden de vernietiging in gesleurd maar ook het Walhalla waar de goden vertoeven wordt genadeloos opgeslokt door het rijzende water van de Rijn, waaruit de ring aan het begin van de saga ontstaan is. Wat overblijft, is een betere wereld, vrij van begeerte en bedrog.
Dit is in een notendop het verhaal van 'Götterdämmerung'. Wagner zag af van een oorspronkelijk gelukkiger einde na lectuur van Schopenhauer, van wiens ideeën (met hun nadruk op hoe de wereld gevormd wordt door begeerte en machtswellust) trouwens een groot deel van Wagners oeuvre doordrenkt is. Deze opname vormt het sluitstuk van een reeks live-opnames van de Nederlandse Opera en het Nederlands Philharmonisch Orkest. Dirigent Hartmut Haenchen bewees met vorige uitgaves al te willen teruggaan naar een zo origineel mogelijk, authentiek klinkende Wagner, met lichte(re) zanglijnen, veel transparantie en vooral: tekstverstaanbaarheid. Op enkele uitzonderingen na slaagt hij daar in deze Götterdämmerung ook erg goed in.
Deze opera is misschien wel de meest dramatisch geladen van de tetralogie en het Nederlands Philharmonisch Orkest zet vanaf de introductie de juiste toon: donker, onheilspellend maar goed het epische karakter van Wagners magnum opus weergevend. 'Götterdämmerung' begint namelijk met een recapitulatie van de voorgaande drie opera's, met een scène waarin drie Nornen, schikgodinnen, de draden van het lot spinnen en zo de toekomst kunnen lezen. Wanneer die draden breken voel je al dat het einde van de hele Ring-cyclus niet veel goeds voorspelt. Het is trouwens ook een knappe prestatie van het orkest dat het doorheen het dikke weefsel van 'leitmotiven' heen telkens moeiteloos van stemming kan wisselen. Zo klinkt de herinnering aan het vloeiende water van de Rijn steeds gemakkelijk en rustig, het natuurmotief uit Siegfied vredig of het motief dat Siegfrieds zwaard 'Nothung' symboliseert heroïsch en trots. En omdat dit een live-opname is wordt er erg veel sfeer gemaakt en dan neem je er kleinigheidjes als intonatiemoeilijkheden hier en daar of achtergrondgeluidjes graag bij. Erg knap is de prestatie van het orkest ook in de twee bekende symfonische tussenspelen: Siegfrieds afdaling naar de Rijn toe en de treurmuziek in de derde akte. Hier laat het orkest horen dat het warm, gevoelig en heel transparant kan spelen, en vooral steeds weer de juiste atmosfeer kan brengen.
Linda Watson stelt als Siegfrieds geliefde Brünnhilde wat teleur, wat in schril contrast staat met haar bewonderenswaardige prestatie in 'Die Walküre' (Etcetera KTC 5501). Zij zingt met overdreven veel vibrato, wat niet alleen haar dictie in de weg staat maar wat bovendien haar emotioneel spectrum erg vernauwt. Zo komt haar slotscène, waarin zij Siegfrieds dood wreekt door de ring in de Rijn te werpen en zo vernietiging neer te halen over alle karakters, onnodig opgewonden over. Slechterik Hagen (Kurt Rydl) is dan wel weer erg overtuigend, met een krachtige baritonstem, vol latente dreiging. Stig Andersen, die Siegfried zelf vertolkt, klinkt heroïsch en warm, zoals een heldentenor hoort te klinken. De drie 'rijndochters' bezitten net het juiste timbre en klinken verleidelijk en fris wanneer ze Siegfried proberen te overtuigen hen de ring terug te geven.
Dit is en blijft een meesterlijke uitvoering van Wagners opera. Jammer genoeg maakt de typische 'Wagnerstem' van Brünnhilde, die toch een prominente rol in dit werk vervult, veel stuk van de zorgvuldig opgebouwde transparantie en frisheid bij de andere zangers en in het orkest. Maar het blijft ondanks alles toch een erg geslaagde cd.
Meer over Richard Wagner
Verder bij Kwadratuur
Interessante links