Met een enscenering van Wagners ambitieuze 'Der Ring des Nibelungen'-cyclus kan het twee kanten op: ofwel opteert men voor de actualisering van het zestien uur durende epos, zoals regisseur Ivo Van Hove enkele jaren terug nog met succes deed in de Vlaamse Opera, ofwel vertrekt men vanuit het mythische karakter van de opera en vertaalt men het verhaal dus vrij traditioneel naar de scène. De versie die regisseur Tankred Dorst voor de Bayreuther Festspiele maakte in 2006, trekt consequent de kaart van de tweede aanpak. De ring wordt kortom niet vervangen door een usb-stick (zoals bij Van Hove), alsook zijn de speren en lange gewaden in deze nogal inspiratieloze mise en scène rijkelijk aanwezig. Dorst is immers wel een gerenommeerd Duits theatermaker, maar in de opera heeft hij zijn sporen verre van verdiend. Op 78-jarige leeftijd debuteren op de internationale bühne met een volledige Ring-cyclus blijkt dan ook teveel van het goede. Waarom men in Bayreuth juist deze regisseur koos om vijf jaar op rij dezelfde Ring te vertonen? Omdat cineast Lars von Trier op het laatste moment had afgezegd, waardoor in ijltempo een vervanger moest worden gevonden.

Dat Tankred Dorst slechts tweede keus is, valt af te leiden uit het eindresultaat. Over de drie aktes heen gebruikt de man nergens de dramatische mogelijkheden van de scène en naar decor toe ziet de toeschouwers quasi uitsluitend clichés. Tijdens de eerste akte belandt de toeschouwer in een pompeus aangeklede open ruimte, die het huis van Hunding en Sieglinde moet voorstellen. Dorst goochelt hier opdringerig met behoorlijk slappe lichteffecten, waardoor de knulligheid van de enscenering meteen gaat opvallen. Voor de tweede akte, die zich grotendeels in het Walhalla afspeelt, beperkt Dorst zich tot een rotsblok, waarrond de zangers ruim een uur trachten drama te maken. Vocaal lukt dat, maar visueel is het gevecht tussen Fricka en Wotan bijna slaapverwekkend. Voor de slotakte koos Wagner de uitvalsbasis van de Walküren als setting, die bij Dorst een rotsachtige vlakte met wat verspreide rommel wordt. Een extra betekenislaag vormt deze keuze helaas niet en waar de muziek geweldig culmineert in een magnifiek slot, komt Dorst onder meer met een belachelijk goedkope suggestie van het heilig vuur aanzetten.

Ook in de kostuums stapelen de verfoeilijke keuzes zich op. Vooral Brünnhilde ziet er met rood haar en dito gewaad vreselijk uit, maar ook Wotan (in een halve lange jas), Fricka en Hunding lijken weggelopen uit een dertig jaar verouderde traditie. Voor Siegmund en Sieglinde moesten eenvoudige gewaden ontstaan, die al evenzeer gespeend zijn van esthetiek. Gelukkig zorgen de acteurs zelf af en toe voor wat drama. Johan Botha als Siegmund, de zanger die meteen ook vocaal meest overtuigt, zet een attente, geloofwaardige vertolking neer. Edith Haller (Sieglinde) overdramatiseert soms in haar spel, maar muzikaal staat ze er als een rots in de branding. Brünnhilde (Linda Watson) en bij uitbreiding alle Walküren zingen eerder gezwollen, maar dat is een keuze die aansluit bij Thielemanns dikwijls wollige Wagner-klank. Het orkest van de Bayreuther Festspiele laat de muziek echter nooit log klinken en Thielemann buit de wendbaarheid van de musici goed uit. Zijn schakeringen in kleur en dynamiek zijn bijzonder genuanceerd en met de enorm Duitse Wagner-klank van het orkest ontstaat zo een authentieke, fijnzinnig klinkende Wagner. Thielemann zou zichzelf niet zijn mocht hij de emoties bij het slot niet uitvergroten, wat hier ook gebeurt. Het grote gebaar van de dirigent blijft echter binnen de perken van de goede smaak en de finale wordt juist meer beklijvend door Thielemanns milde overdrijving. Nadeel is dat de eerder zware orkestklank Wotan (Albert Dohmen) en Fricka (Mihoko Fujimura) soms dreigt te overstemmen, maar Thielemann dirigeert intelligent genoeg om dergelijke problemen meteen te corrigeren.

Redenen om de cd-editie van Thielemanns tweede deel van de Ring-cyclus eens op te zoeken zijn er kortom genoeg. Deze werd immers ook uitgegeven bij Opus Arte in een prachtige en tevens goedkopere editie. De dvd verdient echter minder aanbeveling, vanwege de fantasieloze regie waar geen fut in zit. Voor wie de Ring-tetralogie visueel wil meemaken, blijven de versies van Chéreau met Boulez en Kupfer met Barenboim dus gelden als standaard, waarnaast ook de samenwerking tussen Bech Holten en Schönwandt vermeld mag worden.

Meer over Richard Wagner


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.