Wagners 'Meistersinger' is een controversiële opera. De opzet van het beschermen van de Duitse cultuur klinkt in postnazistische oren delicaat en maakt het al even delicaat om deze opera overtuigend op de scène te brengen. Deze productie uit Zürich, opgenomen in 2003, slaagt daar maar gedeeltelijk in.
Het verhaal speelt in het middeleeuwse Nürnberg. Ridder Stolzing wil de hand vragen van Eva Pogner, dochter van de goudsmid. Hij verneemt echter dat er voor het geboortefeest van Johannes de Doper een zangwedstrijd is uitgeschreven waarvan de winnaar met Eva trouwt. Enkel leden van de gilde van de Meesterzangers mogen meedoen. Tijdens een van hun bijeenkomsten zingt Stolzing een proeflied voor maar, hij wordt door alle leden behalve Hans Sachs afgewezen. Door bemoeienis van Sachs mag Stolzing op de feestwei toch zingen. Hij wordt onmiddellijk tot winnaar uitgeroepen. Aanvankelijk weigert Stolzing Meesterzanger te worden, maar na een monoloog van Sachs over de bescherming van de "Deutsche Kunst" stemt hij toch toe.
Typisch voor Wagner zijn zogenaamde Leitmotive: motieven die steeds aan eenzelfde persoon of idee wordt verbonden. Ook 'Meistersinger' zit hier vol van en de drie belangrijkste zijn meteen vanaf de ouverture prominent aanwezig. De Meistersinger krijgen een rustig thema met een dalende drieklank, het feest wordt gekarakteriseerd door een ritmisch motief met stijgende drieklank in de kopers en het liefdesmotief is – uiteraard – erg lyrisch met veel chromatiek. De meesterlijke manier waarop Wagner de hele opera lang alle motieven met elkaar verweeft is onmiskenbaar schatplichtig aan het contrapunt van Bach. In deze uitvoering valt dat nog meer op door de erg lichte en transparante lezing van dirigent Franz Welser-Möst. Hij combineert een unieke strijkersklank met loepzuivere blazers en laat de orkestleden naar elkaar luisteren.
In de zware rol van Hans Sachs zet José van Dam op zijn 63ste een mooie en stijlvolle prestatie neer, met als bedenking dat zijn warme basbariton door zijn leeftijd niet altijd even fris klinkt. Peter Seiffert als Stolzing is vocaal de ideale Wagnertenor: een enorme kracht, een gemakkelijke hoogte en een warm laag register. Als acteur beantwoordt hij jammer genoeg aan de tenorclichés: zijn bewegingen en blikken komen houterig en geforceerd over. Op geen enkel moment lijkt zijn verliefdheid op Eva (een verfijnd zingende Petra-Maria Schnitzer) geloofwaardig, zelfs al is zij in het echte leven mevrouw Seiffert.
In een homogene cast valt enkel Eva's dienstmeid Magdalene (Brigitte Pinter) uit de toon: een erg onstabiele alt met overdreven vibrato. Bij de regie begint het schoentje echter te wringen. Voor elk bedrijf kiest regisseur Nikolaus Lehnhoff een andere setting. Zo plaatst hij het eerste bedrijf, zoals Wagner vraagt, in de Middeleeuwen. De tweede akte baadt dan weer in een sfeer van onbestemd blauw licht, terwijl in de derde akte Sachs een soort 19de-eeuws filosoof lijkt. Bepaalde scènes hebben hun esthetische kwaliteiten maar er is gebrek aan eenheid. Bovendien is de personenregie vrij zwak: enkel die zangers met voldoende presence, zoals van Dam, behouden hun geloofwaardigheid. Anderen lijden onder overdreven theatraliteit.
Muzikaal is dit zonder meer een klasse-uitvoering maar als dvd biedt het jammer genoeg weinig meerwaarde.
Meer over Richard Wagner
Verder bij Kwadratuur
Interessante links