Een ode brengen aan een componist met een zo divers oeuvre als Richard Strauss: begin er maar eens aan. Een programmator bij de Salzburger Festspiele werd met de vraag geconfronteerd en kwam op het lumineuze idee een sopraan en een orkest te engageren voor een concert waarin zowel liederen, opera als een symfonisch toondicht aan bod komen. Behoorlijk heterogeen, dat wel, maar als de musici Renée Fleming, Christian Thielemann en de Wiener Philharmoniker (over een Strauss-traditie gesproken!) zijn, dan hoort men niemand klagen. Thielemann dirigeerde Fleming al in twee Strauss-opnames voor Decca met de Münchner Philharmoniker, respectievelijk voor 'Der Rosenkavalier' en de 'Vier Letzte Lieder'. De orkestleider heeft zich daarnaast de voorbije jaren expliciet geprofileerd als Strauss-dirigent, met roemrijke interpretaties van 'Elektra' (verschenen bij Opus Arte met de Münchner Philharmoniker), 'Die Frau ohne Schatten' (bij Opus Arte met de Wiener Philharmoniker) en 'Arabella' (voor Deutsche Grammophon aan het hoofd van het orkest van de Metropolitan). Uit die laatste opera brengt ook Fleming op dit concert een kort fragment, waarbij ze dramatisch even hoge toppen scheert als Kiri Te Kanawa, een andere grote sopraan van dit moment.

Als deze dvd-opname een minpunt heeft, dan is het wel dat de structuur behoorlijk los in elkaar zit. Fleming is iets meer dan 20 minuten op het podium aanwezig en brengt vier liederen, gelukkig allen uit de periode 1895 – 1900, waardoor toch een vrij consistent beeld ontstaat van Strauss als liedcomponist. Daarentegen maakte de man niet zelf alle orkestarrangementen of schreef hij die op veel latere tijdstippen, waardoor van een consistente ervaring toch niet echt sprake kan zijn. Ook thematisch of naar dichters toe is er geen rode draad te vinden: Fleming moet naar eigen goeddunken een soort 'best of' gekozen hebben, die qua lengte dus mager uitvalt, maar gelukkig niet qua kwaliteit. Fleming heeft Strauss nog beter gezongen, maar ze is hier indrukwekkend in hoe ze in elk van de liederen een eigen sfeer kan capteren, en deze bovendien kan laten evolueren doorheen de tijd. Misschien is het aangenamer haar op cd te kunnen beluisteren, om dan niet met de onvermijdelijke diva-allures geconfronteerd te worden, maar de sopraan lijkt die niet in de hand te werken en Thielemann al evenmin. Voordeel hier is bovendien dat een vertaling van de poëzie gewoon als ondertitel kan gelezen worden. Thielemann geniet in Salzburg overigens een aardige reputatie, zo blijkt, want na zijn weliswaar uitstekende opvoering van 'Ein Alpensinfonie' komt het publiek beduidend meer in extase voor hem dan voor het orkest – terwijl het maar de vraag is door wie deze versie nu precies zo geweldig klinkt.

Met Thielemann kan het verkeren: ofwel lijkt hij razend tekeer te gaan, waardoor hij conservatief repertoire als dat van Brahms vermorzelt, ofwel blijft hij stoïcijns, zoals in zijn 'Elektra' en zeker hier in de beroemde Alpensymfonie. Thielemann zoekt de vele orkestrale invallen niet op, hij licht ze er niet uit, maar gaat duidelijk voor de grote lijn. Van bij het begin wil hij stuwen, vooruit naar dat geweldige hoogtepunt iets voor het einde. Daardoor gaan in de eerste minuten van deze uitvoering helaas wat details verloren. Ze zijn er natuurlijk wel, omdat de perfect getrainde musici van de Wiener Philharmoniker uitstekend weten wat de partituur zegt, maar naar balans toe maakt Thielemann hier geen grote keuzes. Pas wanneer de grandeur van het slot zijn intrede doet, gaat de dirigent voor totale transparantie om die later met grote gevoeligheid af te wisselen. Waarom blijft hij echter eerder glad in de openingsdelen? Misschien omdat meer uitgewerkte uitvoeringen, waarin dirigenten meteen al beginnen met het stuk volledig te analyseren en bloot te leggen, het voor de luisteraar erg lastig maken om tot het einde geconcentreerd te volgen. In vergelijking is deze opname met Thielemann iets minder veeleisend, waarbij de doorzichtigheid aanwezig blijft door het genie van de vele solisten die van Strauss een stem kregen.

Wat voor commentaar men ook kan geven: zelden wordt 'Ein Alpensinfonie' zo verpletterend uitgevoerd, en zelden zijn Strauss' liederen zo fantastisch te horen. De cameravoering van Michael Beyer is overigens niet spannend, maar is illustratief voor de veelheid aan gebeurtenissen die Strauss quasi simultaan in het orkest laat plaatsgrijpen. Ze versterkt als het ware de beleving van de partituur, hoewel de vormgeving op geen enkel moment verrast. Dat hoeft echter niet...zolang de musici briljant hun werk doen. En dat gebeurt hier. Formidabel.

Meer over Richard Strauss


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.