Wie vertrouwd is met de muziek van Gustav Mahler zal in de scores van filmcomponist John Williams (niet in het minst in ‘Star Wars’) probleemloos elementen van de grote symfoniecomponist terughoren. Het mag dan ook niet verbazen dat ‘Off to Titan’, een elektronische herwerking van Mahlers eerste symfonie (‘Der Titan’), vaak in het vaarwater van Williams’ filmmuziek belandt.
‘Off to Titan’ is het geesteskind van de Franse laptopmuzikant Philippe Petit die een originele opname van Mahlers eerste symfonie elektronisch bewerkte en het resultaat doorstuurde naar de Britse producer Jono Podmore (Kumo). Die voegde theremin en andere elektronica toe, waarna het resultaat opnieuw naar de afzender ging, die de finale mix realiseerde.
In de drie delen van de cd blijft de muziek van Mahler centraal staan. De samples worden niet versnipperd en geplakt, maar Petit kiest voor lange fragmenten waardoor de adem van de originele melodieën bewaard blijft. De gebruikte passages komen uit alle delen van Mahlers origineel, maar typische fragmenten als het organische begin van de symfonie (de lange, hoge toon waaruit een melodie ontstaat) en de liedmelodie ‘Ging heut' morgen übers Feld’ duiken keer op keer opnieuw op. Andere terugkerende elementen zijn de treurmars uit het derde deel en de triomfantelijke finale.
De originele opnames (in een opmerkelijk trage uitvoering) worden gefilterd, maar blijven in hun klankkleur herkenbaar. Er wordt als het ware een elektronische waas over de orkestmuziek gelegd, waardoor die vanuit de verte lijkt te komen. Daarbij komen abstracte elektronische geluiden die meer dan eens een ruimte-effect geven: flipperende boordcomputers, een opstijgend ruimteschip of science-fiction zwaardgevechten. Hier en daar zweeft de theremin voorbij die nu eens met het orkest meespeelt, dan weer een melodie uit Mahlers origineel bijdraagt.
Dat het ontwaken van de melodie, zoals te horen in het origineel, ook voor de inzet van Petits versie gebruikt wordt, ligt voor de hand. De elektronica wordt daarna goed gedoseerd gebruikt, waardoor Mahlers zangerige liedmelodie rond haar eigen as door het luchtledige tolt, waarmee de muziek stevig knipoogt naar Strauss’ ‘An der schönen blauen Donau’ in ‘Space Odyssey’. Helaas blijft Petit te lang hangen in deze “sfeer”. Meer ingrijpen op en creatiever omspringen met het originele materiaal had hier nieuwe wegen kunnen openen.
Petit wacht hiervoor tot in het slotdeel. Hier worden verschillende Mahlerthema’s boven elkaar gezet worden, met een mooi, openspringend fonteineffect tot gevolg. Het grootse slot van Mahlers symfonie, gecombineerd met ruimtegeluiden, roept beelden op van een eskadron ruimtejagers die uitvliegen naar een intergalactische oorlog en later als overwinnaars terugkeren. Plots en zonder enige aanwijsbare reden schakelt Petit terug naar een vorig deel. Het “nieuwe” hoogtepunt dat enkele minuten volgt, kan de anticlimax niet wegnemen, waardoor het slot van de finale een maat voor niets wordt.
In het grootse opzet van ‘Off to Titan’ wordt duidelijk dat niet iedereen muzikale grootsheid in bedwang kan houden. Petit mist Mahlers gevoel voor architectuur en diens verbeelding, waardoor zijn ambitieuze herwerking te lang en zonder specifieke richting in hetzelfde vaarwater blijft dobberen. Leuk voor Star Wars fans die even symfonisch willen gaan, maar muzikaal te dun om te blijven boeien.