Dukas' betrekkelijk korte drie-akter 'Ariane et Barbe-Bleu' uit 1907 betreedt qua onderwerp op bekend terrein: het gruwelijke sprookje van hertog Blauwbaard die zijn zes vrouwen opsloot en vermoordde. Verscheidene andere componisten hebben zich door dit verhaal laten inspireren en de bekendste is Bela Bartok die vier jaar later zelf een opera op hetzelfde onderwerp schreef. Dukas' behandeling van het Blauwbaard verhaal is echter radicaal verschillend: in plaats van zich toe te spitsen op de figuur van de hertog zelf, schildert hij in zijn opera de vrouwelijke heldin 'Ariane' af als de centrale figuur, als een nuchtere vrouw met een sterk karakter die succesvol Blauwbaards bedreigingen weerstaat.
In het verhaal betreedt Ariane, ondanks de waarschuwingen van de dorpsbewoners en van haar kindermeisje toch Blauwbaards burcht, op zoek naar diens vorige vrouwen. Ze vindt hen niet vermoord maar opgesloten in de donkere kelders van het kasteel en bevrijdt hen. Blauwbaard keert terug om zich te wreken op Ariane maar wanneer de dorpsbewoners Blauwbaards zwakte opmerken, bestormen ze het kasteel en nemen hem gevangen. Ariane toont echter medelijden en verlaat Blauwbaard voorgoed aan het eind van dit hoogst symbolische verhaal, dat zich bij momenten laat lezen als feminisme avant-la-lettre of als zelfs als een viering van lesbische liefde, in passages waarom Ariane uitvoerig de lichamelijke schoonheid van Blauwbaars andere vrouwen (die zij 'haar zusters' noemt) prijst.
Deze opera bezit eigenlijk maar een echte hoofdrol en dat is de rol van Ariane zelf. Blauwbaards vrouwen zijn slechts nevenpersonages, Blauwbaard zelf spreekt nauwelijks enkele zinnetjes en het enige personage dat Ariane doorheen het hele werk bijstaat op de bühne is het kindermeisje. Deborah Polaski zet een suggestieve, dramatisch geladen Ariane neer, waar geen ruimte is voor frivoliteit of ontspannen zingen maar die een sterke innerlijke kracht en erg vaak zelfs een innerlijke verbetenheid ten gehore brengt.
Dukas' partituur laat zich niet gemakkelijk beluisteren maar een aandachtige beluistering van deze uitvoering loont de moeite. Dirigent Bertrand de Billy houdt Dukas' donkere muziek (vergeet die opgewekte toon van 'L'aprenti sorcier' maar) sfeervol en bedreigend, in het karakter van het nachtmerrieachtige verhaal van de opera. De strijkers van het Radio-Symphonieorchester Wien houden de passages in de tweede akte waarin Blauwbaards vrouwen beschreven worden sensueel en ongrijpbaar dromerig. Het slot van de tweede akte bezit een rijkelijke, jubelende orkestratie en de Billy laat Dukas' laatromantische orkest in al haar kleurenrijkdom schitteren.
'Ariane et Barbe-Bleu' is niet de meest toegankelijke opera in het Franse repertoire maar kon op de steun van componisten als Schönberg of Busoni rekenen en dat mag reden genoeg zijn om dit werk aan een aandachtige beluistering te onderwerpen. En deze uitvoering brengt Dukas' muziek nauwkeurig ten gehore, met een dramatische spanning die in elke akte bijzonder hoog ligt.
Meer over Paul Dukas
Verder bij Kwadratuur
Interessante links