Nathalie Loriers is een Waalse pianiste die zich doorheen de jaren steeds prominenter in de Belgische jazzscène wist te verankeren. Ze speelt al vanaf 1993 een rol in het wereldje als pianiste van onder andere het Brussels Jazz Orchestra. De pers begon haar echt op handen te dragen toen ze in 2002 met het Nathalie Loriers Trio + Extensions 'Tombouctou' uitbracht, een plaat waarop virtuoze hardbop en donkere melancholie hand in hand gaan. Op 'L'Arbre Pleure' zoekt ze samen met haar kwartet Chemins Croisés naar een perfecte symbiose tussen oost en west, respectievelijk gesymboliseerd door de oud en de piano. Het resultaat is een betoverende mix van jazz, klassiek en Arabische muziek. Karim Baggili, een Jordaans-Joegoslavische Belg, brengt met zijn oud tal van Arabische invloeden binnen, terwijl de Italiaanse klarinettist Gianluigi Trovesi het kwartet een vrijere inslag geeft.
'Kalila et Dimna' is de magische openingstrack van 'L'Arbe Pleure'. Het nummer maakt meteen duidelijk dat Loriers' composities zowel complex als doorzichtig zijn. Er wordt gespeeld met structuur, dynamiek en orkestratie. Het thema is een prachtige contrapunt in de bassen van de piano en de hoge, klare klanken van de oud die de draad van een peinzende klassieke pianosolo mooi oppikt. Het contrast tussen de delicate, onbegeleide solo's en het drukke thema zorgt voor een fascinerende dynamiek in dit betoverende nummer. Loriers' composities zijn steeds zowel transparant als complex. Uitdagende ritmische breaks of complexe melodielijnen worden steeds volledig geïntegreerd in het totaalbeeld, dat rust en smeulende ingetogenheid ambieert. Van zulke gespannen intimiteit is 'Mister Lee' een mooi voorbeeld: een tollende melodie wordt gespeeld door bas, oud en piano. Het thema wordt door opzwepende, scherpe percussie voortgestuwd. Als Trovesi een rouwende, steunende klarinetsolo begint te geven, schakelt drummer Allouche over van percussie naar een subtiele druminkleuring en bevindt het opzwepende zich alleen nog maar in de bas. In de pianosolo die volgt, toont Loriers haar talent: ronde, fragiele klanken rollen zangerig door de boxen. Jammer genoeg gaat het nummer dan verder. De bedoeling mag duidelijk zijn: Loriers wil een mooie boog maken in haar vaste patroon thema-solo's-thema, maar weet, anders dan in de openingstrack, het afsluitende thema niet echt boeiend meer te maken.
De titeltrack 'L'Arbe Pleure' is het summum van tristesse. Baggili en Loriers gaan een prachtig samenspel aan en spelen het breekbare thema met zoveel gevoel dat die krop in de keel, dat buikgevoel, die wroetende bezorgdheid onhoudbaar de kop opsteekt. Beiden spelen zo licht en teder dat de bloedende boomsappen voelbaar worden. Loriers gaat dan alleen verder en bouwt emotionele spanning op door zware, donkere akkoordnoten in te voegen.
Op 'L'Arbre Pleure' breidt Nathalie Loriers haar jazztaal uit met bezeten oosterse klanken. De complexe, maar uiterst toegankelijke composities hebben steeds een intensieve spanningsboog en zitten vol aardigheidjes. Loriers' hemelse pianotechniek en aangeboren lyrisch talent maken deze plaat tot een aanrader. De bijdrage van het kwartet maakt haar tot een van de meer betoverende platen van het afgelopen jaar.
Meer over Nathalie Loriers & Chemins Croisés
Verder bij Kwadratuur
Interessante links