De Mexicaan Murcof (Fernando Corona) is na zijn M periode nu dus duidelijk in de U fase beland. Waar de tracktitels van zijn eerste Leaf cd 'Martes' allemaal met een M begonnen, is het vanaf 2003 de U die deze eer te beurt valt. Op deze full-cd staan twee nieuwe tracks, twee reeds verschenen "U nummers" en zeven remixen van Murcof tracks door collega-muzikanten. Gelet op de eigen, nieuwe nummers is zijn stijl niet echt veel opgeschoven t.o.v. 'Martes'. Pulserende, onderhuidse beats en een diep dub-achtig gevoel worden nog steeds gecombineerd met filterfijne elektronica en zachte, klassieke kleuren van strijkers en stemmen. Corona neemt nog steeds zijn tijd en vermijdt grote contrasten.
Soms gebruikt hij strijkers in een iets grotere groep en dan komt de dissonantie expliciet opzetten. Vooral in 'Ulysses' geeft dit een prachtig effect, waarbij de dissonantie de muziek kruidt en de subtiele mengeling van klassieke instrumenten de grens tussen houtblazers, strijkers, stemmen en elektronica laat vervagen. Door het vermijden van echte melodieën ontstaat een brede, filmische muziek die niet bang is van een beetje ingehouden spanning. De muziek wordt abstract en toegankelijk tegelijk, fijn, maar niet ongezouten. Zo kan opener 'Ulysses' boeien van de traag ontwikkelende inleiding die de helft van het nummer beslaat tot de puzzel van kortere samples die er uit voorkomt. Dat het niet steeds een schot in de roos is, wordt duidelijk bij het gloednieuwe 'Ultimatum' waarvan de zes minuten minder beklijven dan de tien van 'Ulysses'.
Via de remixen krijgen enkele collega's van Murcof de kans om hun visie op zijn muziek te geven, wat tot sterk uiteenlopende resultaten leidt. Deathprod (Supersilent, Motorpsycho) en Jan Jelinek leveren de meest abstracte visies op respectievelijk 'Ulysses' en 'Maiz'. Vooral Deathprod doet het heel sober met uitsluitend lage en lange, maar exact gekleurde geluiden (geen klassieke instrumenten), wat een uitgestrekt, maar volledig desolaat panorama oplevert. Jelinek is iets zenuwachtiger met haperende, uitgerekte en repeterende geluiden. Van alle remixers gaan Seth Horvitz en Murcofs landgenoot Ruben Tamayo het meest richting clubmuziek, waarbij Tamayo's versie van 'Ulysses' merkelijk sterker is dan Horvitz' 'Memoria' mix. Bij de eerste creëert de strakke fourbeat die bij het pulserende ritme komt een dance-effect. Toch zorgt de fagotsample dat het geheel blijft zweven, wat vertraagde beelden van dansende discotheekbezoekers oproept. Horvitz begint er iets sneller aan en zit vlug in de mierachtig krioelende elektronica wat alles wat nerveuzer maakt. Het iets te veel op- en afbouwen maakt echter ook dat de track wat kabbelt. Een van de interessantste mixen is Icarus' versie van 'Maiz'. Hij weet het zenuwachtige mooi te doseren door de geluidjes te laten evolueren van korte puntjes naar auditieve stippellijntjes tot naar beneden en naar boven afbuigende strepen. De track eindigt met een bewerkte sample uit de Nieuwjaarsconcertklassieker 'Tritsch Tratsch Polka' van Robert Stolz.
'Utopía' mag dan geen aardverschuivingen teweeg brengen in het oeuvre van Murcof, de mooie tracks die er op staan blijven echt mooi. Bovendien werpen de remixen van collega-muzikanten een extra licht op de zaak.
Meer over Murcof e.a.
Verder bij Kwadratuur
Interessante links