Eén van de doelstellingen van het uitvoeren van alle opera's van Mozart tijdens het voorbije festival van Salzburg was het onder de aandacht brengen van diens zelden opgevoerde jeugdwerken. Tot die categorie behoort 'Il Re Pastore', een opera die Wolfgang schreef in 1775. De kwaliteit van deze "serenata" – zo noemde Mozart zijn opera – wordt in deze amusante en levendige opvoering met glans verdedigd door dirigent Thomas Hengelbrock en een schare schitterende solisten.
'Il Re Pastore' speelt zich af in het Macedonië van Alexander de Grote. Die wil de rechtmatige troonopvolger van Sidon, de als herder opgevoede Aminta, terug op de troon zetten. Aminta houdt van Elisa, maar Alexander wil hem echter laten trouwen met Tamiri, dochter van de onttroonde tiran van Sidon en geliefde van Alexanders raadsman Agenore. Daarop verklaart hij dat hij liever terugkeert naar zijn herdersleven dan Elisa op te geven, wat Alexander doet besluiten om toe te stemmen in het huwelijk van Aminta – die de troon bestijgt – en Elisa, en in dat van Agenore met Tamiri. Thomas Hengelbrock, regisseur en dirigent van deze productie, kiest voor een eerder sobere aanpak. De ouverture, waarin de zangers verschijnen in hedendaagse kledij, lijkt de toon te zetten voor een moderne productie, maar de eerste aria's maken algauw duidelijk dat Hengelbrock met twee werelden speelt. Op de scène staat een kleinere afgescheiden ruimte, waarvan de bewegende achtergrond zwartwit taferelen toont van nu eens schaapjes, dan weer strijdtaferelen. Eens in die box acteren de zangers – nu wél traditioneel gekostumeerd – op een veel theatralere manier hun emoties uit, zonder dat dit pathetisch wordt. Die emoties komen overigens nog beter uit de verf dankzij de dramatische, kleurrijke vertolking van het Balthasar-Neumann-Ensemble. Van bij de eerste noten bruist deze opvoering door het ritme en de aanstekelijke drive waarmee Hengelbrock dit charmante werk verdedigt. Die drive betekent gelukkig niet dat de lyrische momenten genegeerd worden. Met een perfect gevoel voor tempo en spanning haalt Hengelbrock ook in de langzame delen heerlijke kleuren uit zijn orkest, waarbij hij voortdurend aandacht heeft voor de kleine en minder kleine noden van zijn zangers. Die zangers presteren overigens stuk voor stuk ijzersterk. Op dit punt in zijn oeuvre staat Mozarts schrijfwijze nog tamelijk dicht bij de barokke opera seria. Dat betekent onder meer dat vele aria's rijk zijn aan virtuoze coloraturen, maar die vormen geen hindernis voor de cast. Vooral sopraan Marlis Petersen (Elisa) valt op door haar lichte, parelende stem en de rijkdom aan schakeringen waarmee ze bijvoorbeeld haar recitatieven inkleurt. Als haar geliefde Aminta blinkt Annette Dasch vooral uit door de elegantie waarmee ze haar aria's aanpakt, al worden de uitersten van haar tessituur af en toe op de proef gesteld. Tenor Kresimir Spicer (Alessandro) beschikt misschien niet over het meest verfijnde stemgeluid, maar hij voldoet aan alles wat zijn rol vraagt. Vooral zijn loepzuiver legato en zijn onversaagde coloraturen – zoals bij voorbeeld in de cadens in zijn eerste aria – laten een diepe indruk na.
Mozarts jeugdwerken vallen vaak ten prooi aan al te gemakkelijke vooroordelen. Het moge duidelijk zijn dat deze wondermooie 'Re Pastore' die vooroordelen genadeloos afstraft!
Meer over Mozart, W. A.
Verder bij Kwadratuur
Interessante links