Het wordt algemeen aangenomen dat Mozart veertig symfonieën componeerde (nummers 1 tot en met 41, zonder symfonie nummer 37, die van de hand van Michael Haydn is) maar het eigenlijke aantal symfonieën van Mozart is veel groter. Een jonge Mozart componeerde namelijk een hele reeks werken tijdens zijn concertreizen of als hofcomponist in Salzburg die nooit aan het lijstje met genummerde symfonieën toegevoerd werden. Het zijn zulke vroege werken die de focus vormen van deze heruitgave door Pentatone Records.
De Academy of Saint Martin in the Fields is op deze vierdubbele cd aan het woord, gedirigeerd door haar dirigent Sir Neville Marriner. De verzameling geeft een overzicht van Mozarts symfonische ontwikkeling, van zijn eerste composities in het genre tot gelegenheidswerken die hij op tournee in Italië en elders schreef en meer substantiële symfonieën uit Salzburg, die stilistisch al sterk aansluiten bij Mozarts volwassen werk. Niet al Mozarts jeugdsymfonieën worden voorgesteld, daarvoor waren nog een drietal extra cd’tjes nodig maar het resultaat schetst een beeld dat compleet genoeg is.
De symfonieën zijn zonder uitzondering diverterende werkjes, met een bescheiden muzikale opzet en geen overdreven lengte. Deeltjes in mineurtoonaard zijn – een enkel langzaam middendeel niet te na gesproken – eerder zeldzaam. Sommige van deze muziek herbruikte Mozart overigens opnieuw voor andere composities. Zo dubbelt de symfonie in D, KV196 ook als ouverture voor de opera ‘La Finta Giardiniera’ en heel wat muziek uit symfonieën waarvan Mozarts auteurschap betwijfeld werd, keert terug in een andere vroege opera: ‘Ascanio in Alba’.
Hoewel de opnames een kleine veertig jaar geleden gemaakt werden, klinkt de opname net zo goed als bij recente cd’s. Pentatone zorgde voor een remastering die resulteerde in een warme, heldere orkestklank. Waar recente opnames snel naar authentieke instrumenten zouden grijpen, speelt de Academy of Saint Martin in the Fields nog op een twintigste-eeuws instrumentarium. Tegenover de vlakke, zuivere klank van darmsnaren hoort men hier dus de briljante maar soms snijdend scherpe klank van moderne strijkinstrumenten en de gepolijste klank van blazers, die in de balans minder sterk doorkomen. De blazers bestaan uit een groepje van twee hobo’s (of fluiten) en hoorns en zorgen in veel symfonieën voor weinig meer dan kleur: soli zijn eerder zeldzaam, al kunnen de twee trompetten die Mozart in enkele symfonieën aan het orkest toevoegt de muziek meteen wat kracht bijzetten.
Waar de menuetten wel eens wat stijfjes kunnen klinken, komen de eerste en laatste delen van de symfonieën leuk en energiek over. De finales van de symfonie in G, KV110 of die in Es, KV 132 zijn bijvoorbeeld opwindende contredanses, met een onthoudbaar melodietje en een aanstekelijke ritmiek. De trage delen worden in de regel een beetje meer bezadigd uitgevoerd dan men vandaag de dag zou doen, maar zonder dat ze hun gevoel voor lichtheid en beweging gaan verliezen, zoals het langzame deel uit de symfonie KV48, met zijn charmante melodievoering, toont.
Het is wat zeldzamer geworden om werken van Mozart op moderne instrumenten te horen en alleen al daarom is dit een charmant schatkistje vol met onbekende muziek. Ondanks een ouderdom van bijna veertig jaar, kan de Academy of St Martin in the Fields nog perfect mee met de beste opnames van vandaag. Hun instrumentarium – en Neville Marriners interpretatie – klinkt eleganter en meer gepolijst dan wat een barokensemble van deze Mozart zou maken, maar dat werkt niet slecht, want het legt de nadruk overtuigend op het ontspannende, pretentieloze aspect van deze vroege Mozart.