Slechts weinig albums kunnen zich beroepen op zo'n sterke opener als 'It Might Storm Later', het eerste nummer van Mokers jongste album. Gitarist en frontman Mathias van de Wiele zet een beklemmende riff neer, waarboven nieuwkomer Jordi Grognard hallucinant aan het improviseren slaat. Zijn klarinet heeft een diepe sound die vanuit de lage regionen prachtig omhoog klimt. Even later komt trompettist Bart Maris hem vervoegen met een al even breekbare improvisatie, waarin raadselachtige klankeffecten een bevreemdend, wondermooi universum oproepen. Het poëtisch samenspel krijgt een spookachtige schoonheid, tot het nummer een ongemakkelijke fade-out krijgt. Moker bevestigt echter dat het nog steeds de personificatie is van een zelf uitgevonden genre: "smooth free jazz music" – prachtige, melodieuze jazz in een vrije, energetische vorm.
Het nieuwste album, gewoon Moker getiteld, kan beschouwd worden als een overgangsplaat. Kersvers lid Jordi Grognard had zich pas bij de groep aangesloten toen de opnames begonnen, en ook de voormalige saxofonist van de groep (Zeger Vandenbussche) speelt nog enkele nummers mee. Het grappige 'Delirium Bleu' is daar één van, met een ludiek thema waarin dronkenschap niet ver te zoeken is. Bart Maris trekt het nummer scheef met een heerlijk scheurende trompetklank. De improvisatie van Mathias van de Wiele wiebelt alle kanten op, waarop een collectieve improvisatie volgt die uitmondt in een grootse finale, waarin het thema plechtstatig terug binnendruppelt.
Opvallend is dat het vooral de nummers zijn met de tot dusver onbekende Jordi Grognard die het meest ontroeren. In 'Zebra-No' geeft de man bijvoorbeeld een sublieme improvisatie weg, die het flauwe begin van de ritmesectie snel doet vergeten. Hij ontbindt zijn duivels met een diepe, gepijnigde klank die bijzonder diep snijdt. Ook op 'Barracudas in the Deep' steelt Grognard de show. De manier waarop hij een vrij traditionele solo toch doorleefd en sober laat klinken, doet een groot muzikant vermoeden. Met Bart Maris aan zijn zijde heeft hij in zijn zoektocht naar diepgang overigens een waardige tegenhanger. Maris is een muzikant die dweept met abrupte wijzigingen en zelden kan betrapt worden op voorspelbaarheid. 'Twister', een mooi nummer dat verder net dat tikkeltje schwung mist, laat horen wat voor moois hij met zijn trompet kan uithalen.
Mathias Van de Wiele, die zo goed als alle composities voor zijn rekening nam, heeft zich naar eigen zeggen sterk laten inspireren door de blues. Vele van zijn improvisaties zijn qua akkoorden inderdaad nauw verbonden met de meest gehanteerde aller jazz-vormen (de blues), wat soms een guur contrast vormt met de meer complexe improvisaties van Maris en Grognard. Ook missen de composities soms scherpte, wat bepaalde nummers een stuurloos karakter geeft. Zo zijn bijvoorbeeld 'Ragba-Hearing', 'Lochting' en 'Luchtime' drie ludieke nummers, waarvan helaas weinig blijft kleven.
De ritmesectie laat zich quasi niet opmerken, ondanks het feit dat (de in Gent min of meer gehypte) Giovanni Barcella achter de drums zit. De begeleidingen van zowel hem als bassist Kristof Roseeuw zijn erg conventioneel, wat doet vermoeden dat er slechts een geringe vertrouwdheid was met het repertoire toen de opname tot stand kwam. Wie Moker de dag van vandaag aan het werk ziet en hoort, wordt geconfronteerd met een band die juist wel weet welke kant het uit wil en "zekerder" klinkt dan ooit tevoren. Het weifelende dat bepaalde nummers op plaat nog hebben, staat in schril contrast met het sprekend gemak waarmee de groep live met het repertoire aan de slag gaat. Enkele nummers op de plaat doen het ongecompliceerde spelplezier van Moker echter al vermoeden: 'Como' (opgedragen aan Giovanni Barcella, zelf Italiaan van origine) is een ontroerende ballade, 'Cir-cu-lair' een bezwerende rock-achtige trip en 'Rain tonight, should it?' een interessante collectieve improvisatie. De glijdende akkoorden van Mathias van de Wiele doen zelfs even aan 'Shhh / Peaceful' denken van de legendarische elektrische groep rond Miles Davis, maar de haast filmische sfeer komt net iets minder sprekend over.
Moker heeft het potentieel om internationaal door te breken, zoveel is zeker. Het jongste album bundelt tal van prachtige improvisaties, maar een rode draad zou de groep deugd doen. Mathias van de Wiele wil nog van alles proeven en dat staat een consistente plaat in de weg. Wie dit album in huis haalt, hoort echter een quintet met een unieke stem binnen de jazz; een formatie die de nationale concurrentie met gemak naar huis speelt. Enkele luisterbeurten verder krijgt u er de mokerslagen van esthetisch genoegen gratis bovenop ... .
Meer over Moker
Verder bij Kwadratuur
Interessante links