Deze release van het Gentse jazzcollectief Moker dateert reeds uit 2001. Opmerkelijk is dat de band voor hun eersteling resoluut de kaart van de eigen composities trekt. Gelet op het resultaat is dit een moedige en een goede keuze. De band moest het anno 2001 namelijk meer hebben van de compositorische kracht dan van individuele solistische vindingrijkheid. Wanneer er geïmproviseerd wordt op lopende akkoordenschema's is er namelijk weinig communicatie tussen de verschillende muzikanten te merken en soms neigt het spel zelfs wat naar het academische. De traditionele begeleidingsformules die onder de solo's geschoven worden, duiden in dezelfde richting. Dat dit niet de band op z'n sterkst is valt voornamelijk op in de enige standard die op de cd staat: Duke Ellingtons 'In a Sentimental Mood'. De clubsfeer die in dit nummer opgezocht wordt komt nooit uit de verf.
Wat de groep meer een eigen gezicht geeft zijn de composities, op één na allemaal van de hand van gitarist Mathias Van de Wiele. Het is echter niet zo dat de thema's speciaal uitgewerkt of doorgecomponeerd zouden zijn. De hoofdmelodie wordt steevast door gitaar en altsax samen voorgesteld en ook tijdens de solo's is er weinig sprake van een georkestreerde begeleiding. Dit verhindert niet dat het basisthema van de openingstrack 'No Wine No Roses' rond heerlijk zwevende akkoorden draait. De harmonische en melodische kronkels zijn hier lichtjes tegendraads zonder echt shockerend te worden waardoor de geest van Thelonious Monk door deze compositie spookt. De kracht van dit stuk komt misschien nog het best tot uiting omdat een totaal andere versie van dit nummer ook werkt. De uptempo swingdrive van de opname maakt trouwens het beste in drummer Merlijn Paridaen wakker, wanneer hij tijdens soms explosieve improvisaties geregeld van drumpatroon wisselt.
Dat de composities door de leuke kronkels geen meefluiters worden, betekent niet dat ze niet catchy of sfeervol zouden kunnen zijn. Dit evenwicht hebben de stukken op deze cd wonderlijk gevonden. Zo heeft 'Blues for Archibald' – van saxofonist Zeger Vandebussche – met de doorratelende drum en de donkere bas een heimelijke vaart die vooral Vandebussche zelf goed benut om eens lekker door te trekken. Hier komt de band voor de eerste keer los. De ballad 'Ash' daarentegen baadt in een sfeervolle film noir gloed, zonder dat het thema volgestouwd moet zijn met melodische clichés. Een opmerkelijke verwijzing klinkt door in 'Se-Oe-Poe'. De vreemde en onstabiel (in 15/4 maatsoort) aanvoelende begeleiding van bas en drum draagt de schommelende melodie door sax en gitaar. De wiegende woestijnsfeer van John Zorns Masada doemt hier zo op als een fraaie fata morgana. Het is alleen een beetje jammer dat de individuele uitvoerende kwaliteiten van de Mokerclan nog te beperkt zijn om van een echte verwijzing naar het Zornkwartet te kunnen spreken.
Meer over Moker
Verder bij Kwadratuur
Interessante links