De ‘Schotse’ en ‘Italiaanse’ symfonieën, nummers drie en vier zijn terecht de bekendste van de vijf symfonieën die Felix Mendelssohn-Bartholdy componeerde. Mendelssohn begon met de compositie van beide werken kort na elkaar: de ideeën voor de derde, ‘Schotse’ symfonie dateren uit 1829, tijdens een reis naar Schotland terwijl de vierde symfonie tijdens het vervolg van de tournee in Italië uitgeschetst werd. De immer zelfkritische Mendelssohn werkte echter nog meer dan tien jaar aan de ‘Schotse’ symfonie, terwijl de ‘Italiaanse’ aan zo een grondige revisie onderworpen werd, dat die bij Mendelssohns vroege dood in 1847 nog niet voltooid was.

De Zwitserse dirigent en componist Heinz Holliger is niet meteen iemand die intuïtief met de muziek van Mendelssohn in verband gebracht wordt, maar gezien Holligers langdurige bewondering voor de muziek van Mendelssohns collega en vriend Robert Schumann, is de overstap naar Mendelssohns symfonieën ook weer niet zo groot. Hij dirigeert hier het Musikkolegium Winterthur in een opname van de ‘Schotse’ en van de tweede, gereviseerde versie van de ‘Italiaanse’ symfonie. Holliger spreekt in het begeleidende cd-boekje over Mendelssohns voorliefde voor snelle tempi en dat brengt hij ook over in de praktijk, met een soepel en vooruitstrevend tempo in het eerste deel van de 'Schotse' symfonie. 

De 'Schotse' symfonie is Mendelssohns meest complexe - en chronologisch gezien ook de laatste, al hebben de vierde en vijfde symfonie en hogere nummering - en Holligers Musikkollegium Winterthur brengt de gelaagde polyfonie in Mendelssohns symfonie meesterlijk naar voren. Het is namelijk niet omwille van een afwijkende interpretatie of in avontuurlijke tempi dat Holligers uitvoering opvalt, maar net door de weelde aan details en reliëf die beide symfonieën rijk zijn. Het scherzo van de 'Schotse' symfonie klinkt op die manier ongekend ritmisch, terwijl het net de actieve begeleiding is, met pizzicati in de strijkers, die het meeste opvalt in het langzame deel. Ook het overbekende openingsdeel van de ‘Italiaanse’ symfonie wordt aanzienlijk sneller dan gewoonlijk gespeeld. De interpretatie die het Musikkollegium Winterthur hier voorstelt, richt zijn aandacht op de fijnere kantjes van deze muziek en dat brengt details aan het licht die gewoonlijk verloren gaan, zoals het verschil in klanksterkte tussen de begeleiding en de inzet van de hoofdmelodie aan het begin van het eerste deel.

De latere versie van de 'Italiaanse' symfonie is niet de versie die de meeste concertgangers in hun oren zullen hebben. Zo bevat de latere herwerking een scherzo waarvan het trio wat anders verloopt dan men gewoon is en waarbij het langzame deel enkele interessante tegenmelodieën en dissonanten extra meekrijgt. Meestal verandert Mendelssohn weinig aan de structuur van de muziek maar kiest hij voor een andere begeleiding of een ander verloop van de melodie, zelfs al blijft de onderliggende harmonie dezelfde. De finale van de ‘Italiaanse’ symfonie, een razendsnelle saltarello, klinkt echter wezenlijk anders dan in de vroege, vaker gespeelde versie. De huidige finale klinkt namelijk symfonischer, wat voor een briljantere klank zorgt maar tegelijkertijd ook wat van de rauwe energie van het origineel doet verwateren. Precies daarom zou het haast continu boeiend zijn om beide versies van wat in wezen dezelfde symfonie is, naast elkaar te plaatsen op een en dezelfde cd.

Dit is een van de prachtigste uitvoeringen van Mendenssohns twee laatste symfonieën, een uitvoering die zich even sterk bekommert om Mendelssohns aanlokkelijke melodievoering als om de vaak verrassend complexe meerstemmigheid die in deze muziek terug te vinden is. Heinz Holliger kiest voor een uiterst vlotte aanpak, zoals Mendelssohn het zelf gewild zou hebben en die aanpak zorgt voor een Mendelssohn die noch sentimentaliteit, noch grandioos drama kan verdragen maar daarom net zoveel aan overtuigingskracht wint.

Meer over Felix Mendelssohn-Bartholdy


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.