Wat is nu het belangrijkst voor een compositie: het concept van een werk of net de uitwerking ervan? Idealiter zijn natuurlijk beiden aanwezig, maar de geschiedenis leert dat dit bij spitsvondige ideeën niet vanzelfsprekend is. Peter Ablinger (1959) en Matthew Shlomowitz (1975) slagen er echter met respectievelijk ‘Popular Contexts’ en ‘Voices and Piano’ in om beide aspecten een volwaardige plaats te geven, niet in het minst omdat er uit hun muzikale cycli meerdere stukken naast elkaar te horen zijn.

Het album opent met Shlomowitz’ ‘Popular Contexts’, een reeks van zes composities voor piano en sampler, bespeeld door dezelfde muzikant, in dit geval Mark Knoop. Met de ene hand op de piano en de andere op sampler combineert die soms erg eenvoudige pianopartijen met allerlei geluiden uit het dagelijkse leven, van een stuiterende pingpongbal, een stationsbel, slurpen, een brommende vlieg of het huilen van een kind.

Hoe geinig deze combinatie ook mag klinken, zeker met de exacte ritmiek van de geluiden uit de sampler, al snel weet Shlomowitz het “aardigheidje” te overstijgen door de manier waarop hij de twee instrumenten tegenover elkaar plaatst. Zo lopen de twee in ‘Free Sounds’ aanvankelijk mooi parallel, waarbij een bepaalde noot steeds gekoppeld wordt aan een geluid. Later komen er echter barsten in de voor de hand liggende verhouding en gaan piano en sampler in een verknipte canon elkaar achterna zitten.

De relatie tussen de twee instrumenten wisselt van stuk tot stuk, waarmee ook de vorm telkens heel anders wordt. In ‘Progressive Clock, Alarm Rock’ ontstaat een echte dialoog tussen piano en sampler, gekruid met een energiek en springerig ritme. Voor ‘Partial Pastoral Lobotomy’ is de sampler solo de voortrekker en krijgt de piano het slot voor zich alleen, terwijl in ‘Resonant Coupling’ zwaar aangezette en dissonante pianoakkoorden het decor vormen voor de geluiden. In ‘Weird Twin’ lijkt het hek tenslotte helemaal van de dam. Het muzikale materiaal is in canon en op verschillende toonhoogtes te horen waarbij de piano en de gesamplede trompet, tabla, mondharmonica en drums (om maar enkele klanken te noemen) op een ritmische rollercoaster gesmeten worden.

Waar ‘Popular Contexts’ slechts uit enkele delen bestaat, is ‘Voices en Piano’ van Peter Ablinger ondertussen uitgegroeid tot een reeks van meer dan veertig composities waarvan er op deze cd tien te horen zijn. Het opzet van deze ondertussen al opvallend populaire alternatieve liedcyclus is eenvoudig: bij de opgenomen spreekstem van een internationaal bekende figuur (wiens naam meteen die van het deeltje is) wordt een live te spelen pianopartij gecomponeerd.

Net als Shlomowitz nestelt Ablinger zich niet in de comfortabele zetel van de herhaling. Waar de dynamiek en het ritme van de pianopartij voor ‘Arnold Schoenberg’ en ‘Alberto Giacometti’ nog bepaald worden door de stemopname, is de relatie elders helemaal anders. In ‘Angela Davis’ begint de piano nog parallel met de stem, waarbij ook de toonhoogte nauwgezet gevolg wordt, maar later zorgen akkoorden in een vrijer ritme voor een breuk met de opname. Nog verder dwaalt Ablinger af voor ‘Nina Simone’, een stuk dat net als ‘Billie Holiday’ een jazzy toets krijgt. Die komt deels voor rekening van de specifieke dictie en ritmiek van de stemmen (wat een contrast met de droge, haast amuzikale staccatoklank van Schoenberg), maar wordt door de componist uitvergroot door respectievelijk een dissonante hoempa en een extreem doorgevoerde, Monk-achtige harmonisatie.

In enkele stukken lijkt de opgenomen stem tenslotte niet meer dan een inspiratiebron voor een pianowerk. Zo wordt ‘Amaunalik’ een suite in drie korte delen, waarvan de harmonisatie steeds verder uitgebouwd wordt en klinkt de piano in ‘Gjendine Slålien’ soms zelfs zonder de stem.

Hoe spitsvondig en aardig de concepten van zowel Shlomowitz als Ablinger ook mogen zijn, beide componisten hebben duidelijk meer ambitie dan louter het toepassen van een vaste techniek. Vooral bij Ablinger leidt dit tot een vaak fantastisch resultaat. Ook Shlomowitz, een man die niet om een origineel opzet meer of minder verlegen zit, gaat verder dan de voor de hand liggende patronen, maar door de inzet van de alledaagse geluiden blijft bij hem het komische net iets langer hangen. Het is dan ook aan de luisteraar om mee te stappen in deze speelse klankwereld en zo te horen wat er zich onder de oppervlakte afspeelt. De no-nonsense benadering van pianist Mark Knoop geeft daar in elk geval alle mogelijkheden toe.

Meer over Matthew Shlomowitz, Peter Ablinger


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.