De bekroning van Beethovens symfonische œuvre, en van deze cd-reeks natuurlijk, is de monumentale negende symfonie, een werk dat in zijn tijd niet alleen alle bestaande symfonische muziek overtrof qua lengte en bezetting, maar ook qua opzet en buitenmuzikaal programma. Wat in Beethovens jonge jaren louter ontspanningsmuziek was, werd met deze negende voorgoed getransformeerd in een genre waarin de componist een hoogst persoonlijke, buitenmuzikale boodschap overbracht. Schillers boodschap van broederschap sprak de jonge Beethoven reeds aan, maar hij worstelde bijna twintig jaar met een manier om haar op een passende manier op muziek te zetten. De grootse finale van de negende was die manier, niet alleen door zijn lengte en opzet maar ook instrumentatie: dit was de eerste keer dat koor en vocale solisten een plaats kregen in een symfonie...
In vergelijking met andere recente opnames van deze negende houdt Haitink bovenal erg veel energie in zijn interpretatie. Dit is een negende van Beethoven die nergens kan stilvallen, een vlot, soms zelfs bijna onstuimig karakter bezit, en zich nooit laat vangen in al te trage tempi. Het eerste deel wordt voortgedreven, waarbij Haitink de luisteraar zelden adempauzes laat. Zelf neemt hij de tijd om de lange expositie van alle thema's te herhalen, iets wat niet elke dirigent doet. Het scherzo bezit enkele vlijmscherpe kantjes, in de manier waarop niet alleen pauken maar ook de blazers kurkdroog en uiterst ritmisch de muziek voortdrijven. Het is echter het trage deel dat hier de diepste indruk nalaat. Dit uiterst tedere, serene deel wordt nochtans redelijk vlot gespeeld, maar met blazers en strijkers die perfect in balans zijn, melodieën die met erg veel muzikaliteit gespeeld worden en een strijkerssectie die continu charmeert met verzorgde fraseringen en een contrastrijke klank. De ietwat hoekige klank in het hoofdthema van het laatste deel is misschien wat minder geslaagd, maar wel volledig in de lijn van Haitinks aanpak, die de nadruk legt op transparantie en een clair-obscure-achtig spel met contrasten. Bas Gerald Finley zingt zijn recitatief erg lyrisch en rond, minder als oproep tot stilte na de storm in het orkest. Iets minder is dan weer mezzo-sopraan Karen Cargill, die af en toe een scherpe klank in haar stem bezit, waardoor ze in de ensembles niet altijd even goed mengt.
Verscheidene orkesten zijn bezig een integrale Beethoven-cyclus op te nemen, maar in afwachting van Jos van Immerseels opnames met Anima Eterna steekt deze reeks met kop en schouders boven de anderen uit. Haitinks interpretatie is energiek en fris, onstuitbaar en bindt de opwinding van een concertopname aan de grote vaardigheid van het London Symphony Orchestra dat zijn reputatie als een van 's werelds vijf beste orkesten meer dan alle eer aandoet.
Meer over Ludwig van Beethoven
Verder bij Kwadratuur
Interessante links