Beethovens minst bekende symfonieën zijn misschien wel deze vierde en achtste. De reden daarvoor is niet dat het mindere werken zijn, maar dat ze chronologisch nogal ongelukkig vallen. De vierde situeert zich tussen twee grote revolutionaire werken: de 'Eroica', de langste symfonie tot dan toe geschreven, en de dramatische vijfde. De achtste wordt dan weer wat overschaduwd door de uitbundige zevende symfonie, waarmee dit werk samen in première ging. Beethoven schatte zijn achtste echter hoger in dan de zevende en dat is niet verwonderlijk, want net als de vierde is het een werk dat de stempel van Beethoven door en door draagt. Deze cd is de volgende uitgave in de integrale (live)opname die het London Symphony Orchestra nu uitbrengt, onder leiding van Bernard Haitink.
De vierde symfonie is lichter van toon, onbezorgd bijna, zeker als je vergelijkt met de dramatiek en het heroïsme van de derde of vijfde. Scherpe accenten, een bruusk scherzo en een razendsnelle finale die zeker kan gelden als een van de meest ondeugende stukken muziek die Beethoven ooit schreef, dragen echter allemaal de stempel van Beethovens onstuimige karakter. En het zijn net die kwaliteiten die Haitink verrassend genoeg naar boven haalt. Geen logge, romantische uitvoering dus, maar twee symfonieën die barsten van de energie. Dat wordt al duidelijk in het eerste deel van de vierde, waar trompetten en hoorns voor korte, scherpe accenten zorgen en pauken hard maar met precies de juiste hoeveelheid nagalm de rest van het orkest ondersteunen. In het 'adagio', het enige echt trage deel op de cd, wordt de muziek heel vlot gehouden, met een tempo dat meer naar een gematigd 'andante' neigt. Dit legt totaal andere accenten op de frasering van dit deel en op de ritmiek, die rond een kort, vast motief is opgebouwd. Het scherzo als derde deel heeft hier iets van een wat breed opgezette volksdans, maar Haitinks lichte interpretatie komt terug in de vinnige finale, waarin Haydns geest duidelijk hoorbaar is.
De achtste is Beethovens definitieve afscheid van de klassieke symfonie zoals die vastgelegd werd door Haydn. Rossini en diens Italiaanse bel canto stijl vormden, zo wordt gezegd, de inspiratie voor het tweede deel dat zich wat pedant en met de onverstoorbare precisie van een metronoom ontvouwt. Beethoven vormt het derde deel, een heel klassiek menuet, om tot een parodie op het genre, met statige trompetten en pauken die soms net een tel te laat lijken te komen. En het eindeloos aanslepende slot van deze symfonie, waarbij Beethoven het einde steeds uitstelt en eindakkoord na eindakkoord op elkaar stapelt, moet beslist niet al te ernstig opgevat worden. De grote kwaliteit van de strijkers van het LSO toont zich in deze finale in de razendsnelle herhaalde nootjes van het thema, die als een blok en perfect samen klinken. Minpuntjes aan deze symfonie zijn dan weer dat omwille van Haitinks wat droge aanpak, langere frases soms wat uit elkaar vallen in aparte motiefjes, zoals dat in het tweede deel wel eens wil gebeuren. En over het trio, de middensectie uit het derde deel, wordt een beetje lichtjes gegaan; van de accenten in de dynamiek en plotselinge stiltes die Beethoven schrijft blijft hier niet veel over.
Maar toch is dit een erg knappe cd geworden, die een heel frisse aanpak van twee van Beethovens minder bekende symfonieën koppelt aan een opwindende live uitvoering. En daarom neem je kleine minpuntjes zoals de hoorns die niet altijd even overtuigend zijn in de vierde symfonie, er met de glimlach bij.
Meer over Ludwig van Beethoven
Verder bij Kwadratuur
Interessante links