Integrale opnames van Beethovens symfonieën liggen de laatste jaren goed in de markt en verscheidene gerenommeerde orkesten (London Symphony Orchestra, Nationaal Orkest van Rusland, Saarbrücken Radiosymfonieorkest, Minnesota Orchestra, Zweeds Kamerorkest) hebben zich er recent aan gewaagd maar deze opname van het Vlaamse Anima Eterna onder leiding van Jos van Immerseel was toch iets om naar uit te kijken, als we mogen afgaan op de kwaliteit van de vorige cd's van dit orkest.
Voor wie traditionele lezingen van Beethovens symfonieën gewoon is, is de soms wat erg penetrante klank van de klassieke hobo's en de veel zachtere klank van haar klarinetten wel een (misschien niet onmiddellijk aangename) verrassing. Maar de blazers van dit orkest spelen in een ideale balans, met hoorns die prominent zijn maar niet overweldigend en trompetten die mogen doorblazen zonder het hele orkest plat te walsen.
Terwijl de eerste twee symfonieën een klassieke interpretatie meekrijgen komt de 'Eroica' werkelijk heel overtuigend over, met een finale die veel innerlijke kracht bezit en de klankkleuren van het instrumentarium van Anima Eterna goed tot haar recht doet komen. Ook de zesde symfonie komt heel dankbaar over, met een scherzo dat al het ruwe en onstuimige van deze snelle boerendans blijft behouden.
Van Immerseel houdt zich trouw aan de manuscripten en zelfs aan de metronoomaanduidingen van Beethoven. Wat dat eerste betreft hoeft de luisteraar dus geen monumentale of bombastische eindcadensen noch vele momenten van rubato te verwachten waarin dirigent en orkest het tempo laten stokken om wat dan ook in de verf te kunnen zetten: Beethovens tempo loopt zo veel mogelijk door en de muziek spreekt voor zichzelf. De tempi die Beethoven boven zijn partituren schreef lijken – zo vertelt van Immerseel in het begeleidende cd-boekje – misschien wat snel voor een modern, tachtigkoppig symfonieorkest maar passen deze muziek perfect als men, zoals Anima Eterna doet, Beethovens keuze van instrumenten, kleine bezetting bij de strijkers en speelwijze secuur volgt.
Enkele frasen in de (hoge) strijkers komen op moderne uitvoeringen net dat beetje preciezer over maar dat zijn niet meer dan details en doet niets af aan de doorgaans energieke, vlotte uitvoering die Beethovens symfonieën op deze opname meekrijgen. Een andere, even minieme opmerking is dat in vergelijking met eerder opnames van dit orkest (bijvoorbeeld de Schubert symfonieën), de klank hier eerder aan de droge kant is. Geen slotakkoorden rijk aan boventonen of zelfs wat nagalm in de opnameruimte maar wel veel transparantie en middenstemmen die verbazingwekkend goed tot hun recht kunnen komen. Een goed voorbeeld daarvan vindt de luisteraar in het scherzo van de negende, dat niet bijzonder snel of onstuimig overkomt maar het ritmische kernmotief in welk instrument het zich ook bevindt, duidelijk laat voren laat komen.
Een aardigheidje is de bekende Marcia alla Turca, een staaltje namaak Turkse militaire muziek die rond het begin van de negentiende eeuw zo populair was in Wenen en die hier gespeeld wordt met een groepje van zes slagwerkers die een verzameling (voor die tijd) exotische instrumenten bespelen waaronder twee trommels, verschillende triangels, cimbalen en tamboerijn. Ook enkele minder bekende en minder vaak gespeelde ouvertures voegde van Immerseel op deze uitgave toe: naast 'Die Geschöpfe des Prometheus' en de 'Egmont' ouverture ook 'Die Weihe des Hauses', met haar opzwepende martiale passages, 'Die Ruinen van Athen' of een getormenteerde, doorleefd uitgevoerde 'Coriolanus' ouverture.
Bas Thomas Bauer zorgt voor een van de mooiste lezingen van het recitatief en de erop volgende bas-aria uit de finale van de negende symfonie, die onwaarschijnlijk verstaanbaar wordt gezongen, met een precieze plaatsing van elke noot die nooit gedwongen overkomt. In het vocaal kwartet komt elke zanger afzonderlijk goed herkenbaar over (alt Marianne Beate Kielland zet zich met haar wat donkere klank goed af tegen de lumineuze stem van sopraan Anna-Kristiina Kaappola) maar het resultaat is een kwartet dat toch heel egaal klinkt en waar de zangers qua fraseringen perfect met elkaar in overeenstemming zijn.
Zoals Jos van Immerseel in het voorwoord bij deze uitgave zelf zegt, is dit zeker niet de eerste opname van Beethovens symfonieën op authentieke instrumenten, noch zal het de laatste zijn. Maar het blijft onbetwistbaar een bijzonder overtuigende en knappe uitvoering, met enkele van de mooiste lezingen van sommige symfonieën (nummers drie, vijf, zes en negen bijvoorbeeld) die ons bekend zijn.
Meer over Ludwig van Beethoven
Verder bij Kwadratuur
Interessante links