Het Duitse Artemis strijkkwartet keert terug naar Beethoven, een componist waarvan ze enkele jaren geleden het 'Quartetto Serioso' opus 95 en het eerste van de drie 'Razumovsky' strijkkwartetten opnamen. Na ervaringen en opnames met werk van zowat alle andere grote negentiende-eeuwse componisten - Dvorak, Janacek, Richard Strauss, Zemlinsky, Schönberg, Brahms en Schubert - is het nu terug de beurt aan Beethoven. Een jongere Beethoven deze keer, met het vierde kwartet opus 18 en het tweede 'Razumovsky' kwartet opus 59/2. Beethoven schreef zijn zes kwartetten opus 18 in 1801, als hommage aan de klassieke modellen van Haydn en Mozart. De drie kwartetten opus 59 kregen hun naam van de Russische ambassadeur in Wenen, Andrey Razumovsky, een vurig muziekliefhebber die goede contacten had verzorgd met Mozart en Haydn en voor wiens vaardige ensemble Beethoven deze drie technisch veeleisende werken componeerde.
Vlotheid is het sleutelwoord in deze interpretatie en vooral in de snelle delen staat een zekere virtuositeit centraal, geen opzichtige solistische virtuositeit maar wel een perfect geolied samenspel als kwartet. Dat samenspel uit zich niet alleen in een vlekkeloze muzikale dialoog, zoals in het eerste deel van opus 59/2 maar ook in een mate van individuele vrijheid, die elke stem blijft behouden. De snelle delen krijgen een opwindende uitvoering, van het vlotte 'minuetto' uit opus 18, dat behalve de naam nog maar weinig gemeen heeft met de achttiende-eeuwse statige hofdans, tot de finale van het opus 59 met zijn lichte, springerige ritmiek en razendsnelle toonladderfiguren.
Het eerste deel van het vrij korte maar in de dramatische toonaard van c mineur geschreven kwartet op.18/4 bezit een sterke gedrevenheid, met een snel tempo en strakke accenten. De prominentie die aan de eerste vioolstem verleend wordt en die op sommige momenten zich heel solistisch tegenover de andere stemmen afzet, doet denken aan de manier waarop deze muziek veertig, vijftig jaar geleden uitgevoerd werd. Eerste violist Gregor Sigl hanteert een opgewonden vibrato, wat helpt om dit deel haar dramatische geladenheid mee te geven. In dit ensemble spelen de violisten trouwens afwisselend eerste en tweede viool, zodat Natalia Proschepenko het Artemis kwartet leidt in op.59/2, met een klank die wat fijner en iets minder dominant is. Dat kan ze laten horen in het gevoelige trage deel, een soort van vioolconcerto met begeleiding van strijktrio waarin de lijnen van de eerste viool zangerig en kwetsbaar in de hoogte weerklinken.
Dezelfde scherpe manier van spelen die zijn opwachting maakte in het openingsdeel van opus 18 nummer 4, zorgt ook voor een op het scherp van de snee uitgevoerd scherzo. Het scherzo van het andere kwartet bezit meer gewicht, met een trio dat blaakt van gezondheid en robuust en volks in zijn schoenen staat. Hoewel de klank van het Artemis kwartet doorgaans erg warm is en de vier muzikanten het gebruik van vibrato vooral in het trage deel niet schuwen, krijgt dit scherzo een drogere, meer directe klank.
Deze klassieke maar meeslepende lezing van Beethovens twee strijkkwartetten is een blijvend plezier om te beluisteren want de vlotte interpretatie van het Artemis kwartet laat de luisteraar doorgaans weinig respijt en blijft op die manier constant boeiend.
Meer over Ludwig van Beethoven
Verder bij Kwadratuur
Interessante links