Aanvankelijk roept het de nodige vraagtekens op dat ECM zijn Beethoven-cyclus verder zet zonder sterpianist András Schiff. Gespreid over acht volumes en vier jaar bracht het befaamde en bekroonde label van Manfred Eicher immers de volledige piano-sonates van Beethoven uit met hem aan de piano. Stiekem werd gehoopt dat Schiff ook de concerti onder handen zou nemen. Hij deed dat iets meer dan tien jaar geleden al aan de zijde van Bernard Haitink met de Staatskapelle Dresden, maar met de superieure klankkwaliteit van ECM en een intussen sterk gegroeid muzikant, zou de opname (eventueel met een beter dirigent) ongetwijfeld stukken interessanter geweest zijn dan diegene die nu op de markt is.
Eicher schuift echter de jonge pianist Till Fellner naar voor om de Beethoven piano-integrale af te werken, een musicus die dezer dagen de wereld rondreist met uitsluitend de Beethoven-concerto’s. In september speelt de nieuwkomer het derde concerto met diezelfde Haitink als dirigent (in het kader van het Klarafestival) en voortgaande op deze cd zal dat concert ongetwijfeld de moeite lonen. Met het schitterende Orchestre symphonique de Montréal, onder de subtiele leiding van Kent Nagano, bewijst Fellner immers dat hij Beethoven volledig in de vingers heeft.
Fellner is geen provocerend musicus en heeft de partituur op relatief conventionele wijze geïnterpreteerd. De vrijheid waarmee hij het geschrevene echter hanteert, werkt bevrijdend voor de gemiddelde luisteraar. Er zijn immers genoeg opnames van zowel het vierde als het vijfde pianoconcerto bekend waarin het plechtstatige van Beethovens pen erg artificieel en soms zelfs overdreven aandoet. Fellner en Nagano druisen duidelijk tegen die tendens in en kiezen voor een erg natuurlijke uitvoering, een waarin de piano constant contact zoekt met het orkest en er geen strijd mee voert. Het duo streeft dus een grote spontaniteit en harmonie na, die uit de beide concerti wasemt en erg puur tot bij de luisteraar komt.
Voornamelijk in het vierde pianoconcerto valt op hoe Nagano en Fellner consequent kiezen voor een eerder timide aanpak. De opvallende Beethoveniaanse handtekeningen worden niet speciaal in de verf gezet en vooral in de piano wordt de muziek ontdaan van het juk dat een eeuwenlange uitvoeringspraktijk op dit werk drukt. Ook qua klank heeft ECM unaniem gekozen voor mildheid. De piano en het orkest zitten niet alleen dicht op elkaar gemixt, maar ook binnen het orkest zelf is de sound erg gecondenseerd. Dat heeft als nadeel dat de solisten minder naar de voorgrond treden en de bassen nogal slapjes over komen, wat de orkestpartituur minder diepte geeft. Anderzijds wordt de communicatie tussen beide grote stemmen groter en lijken de verschillende melodieën spontaan in elkaar over te lopen, wat toch een zeer intense opname oplevert.
In het vijfde pianoconcerto zet ECM die trend minder tot niet voort. De opname lijkt iets moderner en er wordt meer gebruik gemaakt van de hedendaagse mogelijkheden qua stereo en toonbereik. Ook Fellner en Nagano laten hun piëteit gedeeltelijk voor wat die is en brengen een vurige Beethoven, die in het laatste deel (het ontzettend bekende ‘Rondo’) erg standaard klinkt. Feller is daarbij helaas niet technisch perfect (vooral niet wat de rommelingen in de linkerhand betreft) en ook in het orkest hadden de solisten scherper en helderder gekund, zodat dit vijfde concerto niet de kwaliteit haalt van het vierde.
Deze uitgave laat eigenlijk vooral Beethoven spreken, meer dan dat de uitvoerders hun eigen visie opdringen. Die integriteit siert de muzikanten, maar binnen repertoire waar al zoveel rond gewerkt is, mogen de keuzes eigenlijk wel gedurfder zijn. Ook is het spijtig dat ECM, Nagano en Fellner geen consistente lijn uitdenken voor de aanpak van de concerti. Het is namelijk niet ideaal om na een bescheiden en zacht uitgevoerd vierde pianoconcerto, het vijfde uit de speakers te horen schallen met een gretigheid die de voorgaande melancholie van tafel veegt. Een zeer aangename cd is dit wel degelijk, omwille van de interessante invalshoek op Beethovens vierde (waar mensen die het werk door en door kennen wel eens verrast van zouden kunnen opkijken), maar geen cruciaal item. Hoewel Tim Fellner zeker en vast een muzikant is om in het oog te houden…