De meeste 'grote' missen van Joseph Haydn, zoals
de 'Harmoniemesse', 'Nelsonmesse' of 'Paukenmesse' zijn composities van een late Haydn maar ook jaren eerder, toen Haydn in dienst was als kapelmeester aan het hof van Esterhazy behoorde het componeren van religieuze werken tot zijn vaste taken. Dat leverde een hele reeks religieuze werken van alle vormen en maten op, van de korte 'Missa Brevis' uit 1750 tot deze lange 'Missa Cellensis' of 'Cäcilienmesse' uit 1766. Het Vlaamse Anime Eterna voerde het werk uit in de prachtige, pas heropgebouwde Frauenkirche in Dresden en van dat concert is deze uitgave de weergave.
Anima Eterna blijft als orkest prachtig klinken, zoals deze opname overtuigend aantoont. Van Immerseels kijk op Haydn blijft slank, wendbaar en strak klinken zonder zijn natuurlijkheid te verliezen. De strijkers klinken als een hechte groep en ook de blazers (twee hobo's, twee fagotten en twee trompetten) vormen een compacte sectie, wat zorgt voor een uitvoering waarbij alle muzikanten hoorbaar op dezelfde lijn zitten.
Ook religieuze muziek bleek tijdens de achttiende eeuw niet ongevoelig voor de invloed van de verlichting met zijn heldere, rationele manier van argumenten te presenteren. Gevoel voor retorica is dus steeds belangrijk bij Haydn en van Immerseel heeft gelijk om zich daarop toe te spitsen in zijn interpretatie. Hij geeft zelf in het cd-boekje voorbeelden van hoe getrouw Haydns muziek de Latijnse tekst volgt maar wie vertrouwd is met Latijnse missen weet reeds hoe onverwachts triomfantelijk een 'et Resurrexit' moet klinken, hoe treurig een 'Agnus Dei' en hoe uitbundig een 'Gloria'. De kracht van deze opname zit hem echter in de logische, ondubbelzinnige manier waarop Haydns muzikale argumenten door Anima Eterna weergegeven worden.
Ook op vocaal gebied blijft de nadruk op verstaanbaarheid liggen en zowel solisten als koristen moeten hun lijnen met dezelfde klare articulatie kunnen voorstellen als de instrumentalisten. Dat maakte een relatief kleine koorbezetting van vier zangers per stem noodzakelijk net als solisten die niet dominant over het orkest uit zingen. Kwantiteit wordt ruimschoots door kwaliteit gecompenseerd in het koor, dat over een zuivere sopraansectie beschikt zoals het 'Qui tollis' laat horen.
Het zijn dan weer de mannelijke solisten die wat teleur stellen. Markus Schäfer klinkt over het algemeen wat te scherp en bas Harry van der Kamp mist dan weer controle zodat hij nauwelijks dezelfde mate van fraseringen kan aanbrengen als de andere solisten of de orkestleden. Zijn melodielijnen worden zonder veel reliëf gezongen, meer als Wagners 'unendlich Melos' dan als Haydns kristalhelder classicisme.
De 'Cäcilienmesse' is een prachtige vroege Haydn, muziek die minder gekend is maar niet hoeft onder te doen voor de grote missen uit Haydns laatste jaren. De mooie uitvoering van Anima Eterna vraagt meteen om opnieuw beluisterd te worden, ook al zitten er enkele zwakkere plakken bij sommige solisten.
Meer over Joseph Haydn
Verder bij Kwadratuur
Interessante links