De grote vocale werken van Joseph Haydn (1732-1809) zijn diens late oratoria 'Die Schöpfung' en 'Die Jahreszeiten' maar in het componeren van die twee late werken kon Haydn terugvallen op jarenlange ervaring in het schrijven voor zangers. Haydn schreef namelijk tientallen opera's als kapelmeester aan het hof van Esterhazy, waar aan het eind van zijn dienst meer dan honderd operavoorstellingen werden gegeven. Het lijstje met Haydn-opera's is dan ook even lang als tegenwoordig volledig onbekend. Deze opname met aria's voor bas van de Duitse basbariton Thomas Quasthoff kent dan ook maar een precedent en dat is een oude, gelijkaardige opname uit 1969 met Dietrich Fischer-Dieskau. De selectie van aria's uit negen verschillende opera's die hier gemaakt werd, spitst zich grotendeels toe op komische rollen maar toont dat ook als operacomponist Haydn weinig gelijken kende.
Quasthoff karakteriseert elk personage op zijn eigen manier, heroïsch, smekend of komisch maar dat kan niet verhullen dat enkele aria's naar het midden van de cd toe wat op elkaar beginnen te lijken. Dat ligt echter meer aan de keuze van muziek dan aan de uitvoering die geïnspireerd klinkt, zowal bij Thomas Quasthoff als bij het Freibürger Barockorchester. Het kwalitatief hoge niveau dat men op zowat elke opname van dit oude muziek-orkest kan beluisteren, is ook hier niet afwezig, in de aandacht die strijkers aan elegante fraseringen geven, de precieze maar soepele begeleiding en in de bij momenten heerlijk stevige koperblazers. Haydns begeleidingen blijven echter zeer klassiek. De mooi soli die Mozart in zijn opera's voor allerlei houtblazers schreef, blijven hier bijna volledig afwezig (op een lenige fluitpartij in de aria's uit 'Orfeo ed Euridice' na). Maar toch kan gesproken worden van een knap samenspel tussen solist en orkest, in een begeleiding die Quasthoffs nuances trouw volgt en nergens energie verliest.
Quasthoffs dictie is onberispelijk: hij kent zelfs zoveel nadruk toe aan een verstaanbare Italiaanse uitspraak dat sommige passages net niet gedeclameerd worden. Dit helpt natuurlijk ook om de verschillende scènes op cd levendig voor te stellen, alsof ze ter plekke in de studio toch geënsceneerd werden. Zo is er de openingsaria 'Non v'e Rimedio' uit de opera buffa 'L'Infedelta Delusa' ('De bestrafte ontrouw'), met zijn komische laatste strofe waar Thomas Quasthoff dat andere personage rond ontrouw, Don Giovannis onhandige helper Leporello als uitgangspunt neemt voor een sappige en humoristische lezing. Daarmee contrasteert de erop volgende mineuraria 'Mille Lampi d'Accese Faville' uit 'Orlando Paladino' met zijn dramatisch/heroïsche uitvoering in het orkest. De tekst van deze aria's, zo stereotiep voor Italiaanse classicistische opera, biedt talloze interpretatiemogelijkheden en die laat Quasthoff niet liggen. Het klagende op het woord 'Misericordia!' in de aria 'Di Questo Audace Ferro' kan nauwelijks meer overdreven te worden, net als het spottende in de aria 'Sappi che la Bellezza', uit diezelfde komische opera over hoe lichamelijke schoonheid onmogelijk permanent kan zijn en ouderdom onherroepelijk is.
Het enige duet op de cd zingt Quasthoff met de Oostenrijkse sopraan Genia Kühmeier die qua acteervaardigheid zeker een waardige partner voor Thomas Quasthoff is. Met een vrij donkere stem mengt ze in het duet 'Non Aver di me Sospetto' uit 'Il Mondo Della Luna' heel goed met haar tegenspeler. De opera's van Haydn staan volledig in de schaduw van de veel bekendere opera's van zijn tijdgenoot Mozart maar deze prachtig doorleefde uitvoering bewijst dat Haydns operamuziek, zo afwezig zelfs vandaag nog op programma's van operahuizen, beslist aan een herwaardering toe is.
Meer over Joseph Haydn
Verder bij Kwadratuur
Interessante links