Haydns 'Die Jahreszeiten' werd geschreven in 1798, toen de componist, met zijn zesenzestig jaar de éminence grise van de Europese muziek was geworden. Het is een overgangswerk in een aantal aspecten. Het oratorium is een genre dat eerder in de barok thuishoort. De stijl is dan weer classicistisch maar de uitwerking ervan, met zijn vele expressieve klankschilderingen, kijkt vooruit naar Romantische werken als Beethovens 'Pastorale' of Mendelssohns 'Schotse' en 'Italiaanse' symfonieën. De tekst van 'Die Jahreszeiten' is een Duitse aanpassing van James Thomsons achttiende-eeuwse gedicht 'The Seasons', in een vertaling die gemaakt werd door baron Gottfried Van Swieten, muziekliefhebber en mecenas van onder andere Haydn en Mozart. Het is een seculier oratorium voor koor, orkest en drie vocale solisten, die de rollen van Hanne (sopraan), Lucas (tenor) en Simon (bas) vertolken, drie landlieden door wiens ogen de toehoorders de natuur aanschouwen.
Hoewel deze opname, door het Leipziger Kammerorchester, op moderne instrumenten is gemaakt, ging er hoorbaar veel aandacht naar het recreëren van een 'authentieke' klank, zoals die bij een barokorkest zou klinken. Dit vertaalt zich in zorgvuldig afgewogen fraseringen in orkest, koor en solisten, die de melodieën direct een natuurlijke kracht en charme geven. De strijkers spelen bijna zonder vibrato, wat voor een erg transparante klank zorgt, terwijl ook de balans grondig werd herbekeken: blazers en strijkers vormen een vrij hechte groep die erg compact en wendbaar is. Pauken zorgen voor korte, droge accenten die de muziek de nodige energie bezorgen. Maar het zijn nog steeds moderne instrumenten, en zo missen de koorgedeeltes onvermijdelijk een beetje het treffende, samengebalde van een authentieke uitvoering. De tempi in de koor- en orkestgedeeltes (zoals de finale van 'de Herfst', of de inleiding van 'de Lente') liggen ook wat aan de hoge kant, wat voor een erg energieke en meeslepende uitvoering zorgt. Dirigent Morten Schuldt-Jensen geeft elk luik in dit muzikale vierluik een ander karakter mee. Zo komt 'de Lente' jeugdig en fris over, terwijl 'de Winter' over het algemeen ingetogen en introvert klinkt, zodat zelfs energieke gedeeltes een rustig elan krijgen. Bovendien zorgt het orkest voor enkele erg geslaagde klankimitaties. Een hoornsolo in het begin van 'de Zomer' klinkt heerlijk rustiek. Het koor zingt eveneens uitstekend, zodat het geen enkele moeite heeft om snelle tempi verstaanbaar en ritmisch scherp te houden. De bassen van het koor zorgt voor een stevige baslijn, die de muziek die erboven komt duidelijk ondersteunt.
Ook de solisten vallen erg goed mee. Sopraan Sibylla Rubens zingt met een heldere en expressieve stem, die steeds erg verzorgd en een beetje ingetogen klinkt. Hierdoor overweldigt ze de begeleiding niet, maar vormt ze een mooi, organisch geheel met het orkest. Tenor Andreas Karasiak bezit een erg warme, rijke stem, net als bas Stephan MacLeod, die alleen op diepe noten wat ruwheid krijgt. De drie zangers zitten qua klankideaal bovendien op dezelfde lijn: ze zingen allemaal op dezelfde jeugdige, frisse manier, met gelijke vibrato en articulaties. Zowel solisten als koor zijn trouwens steeds uitstekend verstaanbaar.
Dit is een erg mooie opname van Haydns meesterwerk. Natuurlijk gaat er weinig boven René Jacobs' opname bij Harmonia Mundi, een opname die ook nog veel gedurfder met klankimitaties en effecten in koor en orkest omgaat, maar dit is zeker een heel mooie tweede plaats.
Meer over Joseph Haydn
Verder bij Kwadratuur
Interessante links