Brahms' eerste symfonie kwam er pas na jaren van schetsen en twijfel. Eerdere pogingen werden door Brahms te licht bevonden en vonden hun weg naar 'kleinschaligere' werken zoals de eerste serenade voor orkest, het eerste pianoconcerto of het 'Deutsches Requiem'. Misschien is het wel daarom dat zijn eerste symfonie uit 1876 een grootse curve beschrijft die gaat van strijd en conflict in het eerste deel naar een schitterende finale die klinkt als een zegekreet. Beethovens 'Egmont' ouverture, die hier samen met deze symfonie werd opgenomen is een gelijkaardig, zij het korter, werk. Ook hier wordt een sombere introductie en een stormachtige snelle sectie bekroond door een triomfantelijk slot – Beethoven schreef zijn muziek als ouverture tot Goethes toneelstuk over de Nederlandse graaf van Egmont, die tijdens de tachtigjarige oorlog onthoofd werd maar wiens erfenis aan de wieg lag van de (noord)-Nederlandse onafhankelijkheid. Christian Thielemann dirigeert de Münchner Philharmoniker in deze opname van een live-concert dat in mei 2005 gegeven werd.

Thielemann interpreteert beide werken vrij klassiek en met eerder trage tempi. Geen slanke, lichtvoetige Brahms dus maar eentje die meer lijkt op de foto's die er van de oudere Brahms bestaan: wat zwaarlijvig, het gezicht verborgen achter een dikke, lange baard. Dit zou zijn benadering misschien log en wat ouderwets kunnen maken maar de manier waarop hij beide werken vorm geeft en de overtuigende, meeslepende manier waarop de Münchner Philharmoniker onder zijn leiding speelt, maken dat er hier twee bijzonder krachtige werken op deze cd staan, die onverholen heroïsch klinken en waarin elke noot zijn volle waarde meekrijgt. Zo ligt het tempo van de 'allegro' sectie van het eerste deel van Brahms' symfonie niet al te hoog maar hierdoor wordt deze muziek tot bijna epische proporties herleid. Bovendien wordt de hele expositie van het eerste deel herhaald, een herhaling die vele dirigenten wel eens weglaten maar die het hele deel een majestueuze spankracht verleent – dit eerste deel duurt dan ook maar liefst achttien minuten, in vergelijking met bijvoorbeeld veertien minuten bij Daniel Baremboim en het Chicago symphony Orchestra of twaalf en een halve minuut bij Bernard Haitink en het London Symphony Orchestra. Zelfs het anders zo lieflijke scherzo wordt, bij momenten, erg zwaarwichtig opgevat, bijvoorbeeld in de dramatische manier waarop Thielemann van het trio terug naar de herhaling van het scherzothema gaat.

Het orkest is alvast in topvorm, met een kopersectie die de finale van de 'Egmont'ouverture bijzonder veel glans verleent. Knappe soli in de houtblazers en hoorns zorgen voor een erg poëtisch traag deel in Brahms' symfonie – alleen wat jammer dat de soloviool in dit deel met een nodeloos opgewonden vibrato speelt, wat de hemelse rust van dit deel meteen breekt. Erg mooi is dan weer de hoornsolo uit het laatste deel, die machtig en breed uitgespeeld wordt. En in de bekroning van de symfonie neemt Thielemann alle tijd en spaart hij het orkest niet om zijn 'overwinning' zo majestueus en onomstotelijk mogelijk te laten klinken.

Net als bij eerdere opnames met hetzelfde orkest en dezelfde dirigent voert Christian Thielemann hier een werk op dat wijds en majestueus klinkt. Net als bijvoorbeeld zijn opname van Bruckners vijfde symfonie (Deutsche Grammophon 00289 477 5377) is ook deze eerste symfonie van Brahms in al zijn grootsheid een erg zeldzame belevenis om naar te luisteren, een soort van loutering na een lange epische strijd.

Meer over Johannes Brahms, Ludwig van Beethoven


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.