'Soli Deo Gloria', 'enkel ter ere van de Heer' is hoe Bach zijn partituren tekende en het door de Engelse dirigent John Eliot Gardiner opgerichte gelijknamige label spitst zich dan ook grotendeels toe op muziek van Johann Sebastian Bach. Maar deze plaat moet de eerste in een reeks met muziek van Johannes Brahms worden waarmee het label ook ander terrein gaat verkennen. In de geest van een half dozijn andere symfonische orkesten, neemt Gardiners Orchestre Révolutionaire et Romantique ook enkel live op en dit cd'tje is dan ook het resultaat van concerten in oktober en november 2007 in Londen en Parijs.
Hoofdwerk is Brahms' eerste symfonie maar de cd opent met koorwerk: het prachtige maar veel te weinig uitgevoerde 'Begräbnisgesang' en het 'Schicksallied' van Brahms en het 'Mitten wir im Leben sind' voor a capella koor van Mendelssohn. Gardiner probeert namelijk een bewuste link te leggen tussen Brahms' vier symfonieën, werken die betrekkelijk laat in zijn leven gecomponeerd werden en zijn koorwerken, die de vier symfonieën voorafschaduwen en laten horen hoe sterk Brahms 'vocaal' bleef denken, ook in zijn puur instrumentale werken.
Het Monteverdi koor bezit moeiteloos het volume om in de twee koorwerken van Brahms gelijke tred te houden met het orkest maar is niet overal even fijngevoelig. Dit is zeker ook geen ruwe uitvoering maar concerten met bijvoorbeeld het Collegium Vocale Gent bereikten toch subtiel een ander niveau. Mendelssohns 'Mitten wir im Leben sind' stelt zelfs gewoon wat teleur wanneer, misschien om de tekst beter te articuleren, de middenstemmen haast op 'sprechstimme' over lijken te gaan en een gevoel voor harmonie bij momenten wat erg ver lijkt.
Maar Gardiners Orchestre Révolutionaire et Romantique klinkt dan weer magistraal, als groep en individueel in elke afzonderlijke sectie. De manier waarop trompetten, hoorns en hobo's in de openingsfrases van het 'Begräbnisgesang' met elkaar mengen is werkelijk magisch. De oude instrumenten (natuurhoorns voor het Schicksallied en de symfonie) zorgen voor een optimale balans en het resultaat zijn heerlijke soli voor hobo en klarinetten in het derde deel of een overdonderend begin van de symfonie, dat zelden zodanig ijzersterk heeft geklonken. De strijkers gebruiken helemaal geen vibrato maar de vrij grote groep (12 eerste en 10 tweede violen) zorgt ervoor dat er bij hen geen spoor van hardheid doorklinkt. Een smaakvol gebruik van wat portamento op plaatsen die het doorgaans niet krijgen getuigt van veel gevoel en flexibiliteit bij de strijkers, iets wat ook merkbaar wordt in het trage deel waar een niet al te traag tempo en een opmerkelijk actieve begeleiding bij de strijkers deze muziek boeiend houden. Maar het is jammer, zo geweldig jammer omdat de rest zo goed is, dat de hoorns het 'alphoorn' thema in de finale bijna kapot blazen.
Zoals Gardiner terecht aanstipt in het cd-boekje, is Brahms' muziek van de delicaatste om uit te voeren. Deze opname is dan ook een van de weinige die zin voor dramatiek (luister maar naar het prachtig donkere 'Begräbnisgesang') aan een haast classicistische uitvoering koppelt. Jammer dat het nochtans doorgaans goede Monteverdi koor hier wat zwakjes uit de hoek komt, maar de eerste symfonie zoals hij hier klinkt, is een uitvoering die gemakkelijk de meeste anderen achter zich laat!
Meer over Johannes Brahms, Felix Mendelssohn Bartholdy
Verder bij Kwadratuur
Interessante links