John Eliot Gardiner staat de laatste tijd op cd-gebied in de belangstelling met zijn integrale opname van Bachs religieuze cantates maar het label dat hij oprichtte, Soli Deo Gloria, houdt zich ook met andere projecten bezig. Een daarvan is de integrale opname van de vier symfonieën van Johannes Brahms. Alle vier werden ze live opgenomen in de Parijse Salle Pleyel. Het concept achter de vier platen is dat Brahms' muziek telkens geplaatst wordt in de context van andere romantische componisten waarnaar Brahms opkeek. Zo werd de eerste symfonie gecombineerd met koormuziek van Mendelssohn (SDG 702) hier is Franz Schubert aan de beurt. Brahms was namelijk zelf ook erg actief als liedcomponist en dirigeerde een dameskoor in Hamburg: vocale muziek lag hem nauw aan het hart en zoals John Eliot Gardiner terecht aanstipt, zijn ook in zijn puur instrumentale werken vele sporen van vocale werken terug te vinden.
De keuze van werken is ingenieus: hoofdwerk is uiteraard de tweede symfonie, die wordt voorafgegaan door de alt rapsodie voor alt solist, mannenkoor en orkest. Voorbeeld voor dit werk was Schuberts minder gekende 'Gesang des Geister über das Wasser', voor dezelfde bezetting, een werk dat ook hier niet ontbreekt. Het plaatje wordt afgemaakt met twee van Brahms' eigen orkestraties van liederen van Schubert, voor orkest en mannenkoor: 'Gruppe aus dem Tartarus' en 'An Schwager Chronos'.
Wat mensen zouden hun wenkbrauwen fronsen bij het horen van 'oude uitvoeringspraktijk' en 'muziek van Brahms' maar het idee is niet zo gek: Brahms toonde een grote bewondering voor zijn voorgangers en zijn muziek wint veel aan helderheid en verstaanbaarheid wanneer men er dezelfde soort van speelstijl op toepast die men gewoonlijk bij Mozart of Bach hoort. Het toepassen van gedetailleerde fraseringen – iets wat men doorgaans eerder met barok en classicisme associeert – brengt hier verrassende resultaten aan het licht. Bij de inzet van de symfonie bijvoorbeeld hoort men niet de traditioneel dikke, wollige symfonische hoorns maar net een zorgvuldig vorm gegeven, Mozartiaanse aandacht voor structuur en articulatie.
Het instrumentarium weerspiegelt uiteraard ook zo zorgvuldig mogelijk de instrumenten die Brahms gekend had. Het cd-boekje vermeld natuurhoorns in plaats van moderne, met ventielen uitgeruste instrumenten, de strijkers bespelen instrumenten die bespannen zijn met dikke darmsnaren en de sectie houtblazers gebruikt Weense instrumenten wat voor een ruwe, uitgesproken klank zorgt die bij moderne orkesten enkel nog bij de Wiener Philharmoniker te beluisteren valt.
De kracht van Gardiners interpretatie zit hem in de details want de grote lijnen, zoals tempokeuze en gebruik van dynamiek bij een bekende symfonie als Brahms' tweede zijn eerder klassiek. Enkel de finale wijkt wat af van traditionele uitvoeringen door zijn snelle tempo. Gardiner is ook de enige dirigent die de coda in de finale, het echte slot van de hele symfonie, snel en zo tintelend met anticipatie kan brengen. Het tweede deel, het enige echt trage 'Adagio' in de vier symfonieën, wordt gebracht vol beweging, met een tempo dat flexibel genoeg is. Waar bij vele orkesten dit warm georkestreerde deel soms als een dikke soep klinkt, brengt Gardiner net datgene naar voren wat belangrijk is, zoals de stijgende baslijnen in laatste maten.
Nathalie Stutzmann bezit een warme altstem die het erg goed doet bij Brahms, met een goede controle en intonatie. Een laagte die bij anderen net wat meer kern had kunnen hebben, wordt ruimschoots goedgemaakt met een zuiver middenregister en hoogte maar de kracht van haar lezing van de alt rapsodie en Schuberts 'Gesang der Geister über dem Wasser' zit hem in de symbiose tussen koor, soliste en orkest, zodat deze orkestwerken meer als een liedrecital voor grote bezetting overkomen. Een aspect van kamermuziek is trouwens hoorbaar over de hele cd, een aandacht voor helderheid en detail die Brahms' symfonische muziek duidelijk verstaanbaar brengt zonder aan spankracht in te boeten. Zo blijft dit, afgezien van de boeiende combinatie van kleinere en grotere werken zonder twijfel een van de knapste uitvoeringen van Brahms' tweede symfonie die men kan verkrijgen.
Meer over Johannes Brahms
Verder bij Kwadratuur
Interessante links