Het nieuwste telg in een reeks live-opnames met de Berliner Philharmoniker onder leiding van haar chef-dirigent Simon Rattle is dit 'Deutsches Requiem' van Johannes Brahms. En Rattle bewijst meteen dat alle kritiek op zijn onvermogen om het Duitse romantische repertoire aan te pakken ongegrond is, met een opname die Brahms muziek in zowel zijn ingetogenheid als zijn grootsheid, erg liefdevol weet weer te geven.
'Ein Deutsches Requiem' is Brahms' grootste compositie en tevens een van zijn vroegste orkestwerken. Directe aanleiding tot het schrijven van het werk was de dood van Brahms' moeder in 1865 maar schetsen ervoor dateren van zeker tien jaar eerder en gaan terug op Brahms' eerste pogingen om een symfonie te componeren. Anders dan bijvoorbeeld Mozart of Verdi, haalt Brahms zijn teksten niet uit de katholieke lithurgie, maar neemt hij een eigen selectie van Duitse bijbelteksten. Het resultaat is een requiem dat nier zozeer de katholieke angst voor de dood weergeeft, maar een meer nuchtere en troostende protestantse zorg voor hen die achterblijven. Niet voor niets begint en eindige dit requiem met de delen 'Selig sind sie, die das Leid tragen' en 'Selig sind die Toten'.
Rattle aarzelt niet om alle mogelijke contrasten te bespelen. Dit Requiem klinkt met een kamermuzikale fijnheid bij momenten, zoals de inleidingen op de twee hoekdelen, of de stillere passages in het tweede deel 'Denn alles Fleisch, es ist wie Gras'. De strijkers van de Berliner Philharmoniker zijn in topvorm en spelen waar dat nodig is met een transparante, bijna solistische klank die de doorzichtige manier van spelen bij de blazers goed aanvult. Luide passages klinken dan ook echt overweldigend, met een koor dat als een blok klinkt en een perfecte balans tussen koor en orkest. Opmerkelijk is trouwens de goede dictie van het koor, dat goed verstaanbaar is en erg veel zorg besteed aan de timing van haar medeklinkers.
Thomas Quasthoff zingt ingetogen en verhalend – eerder evangelist in een Bach-passie dan romantisch liedzanger. Zijn solodeel 'Herr, lehre doch mir' heeft echter precies zo een aanpak nodig want het doet wonderen voor de tekstverstaanbaarheid en dictie. Sopraan Dorothea Röschmann heeft wat meer dramatische sololijnen te zingen en de soms nogal opgewonden vibrato op haar stem past goed in het hoge 'Ihr habt nur Traurigkeit' maar voorkomt ook vaak dat zij meer kleur maakt en genuanceerder overkomt.
Dit is een prachtige plaat geworden, die Brahms' langste compositie alle eer aandoet en genereus, warm, nobel en met veel nuance klinkt.
Meer over Johannes Brahms
Verder bij Kwadratuur
Interessante links