In tegenstelling tot de zes Brandenburgse concerti, de zes suites voor cello solo, de zes sonates voor viool en klavecimbel en talloze andere werken, vormen de triosonates voor fluit, klavecimbel en gamba van Johann Sebastian Bach geen afgerond geheel. Elke sonate werd op een verschillend moment in Bachs leven geschreven. De manuscripten dateren uit 1724, 1731, 1736 of 1741 en Bach zelf nam nooit de moeite om te bij elkaar te brengen en uit te geven als een coherente cyclus. Bach schreef zijn sonates telkens in opdracht voor verschillende fluitisten die de 'flauto dolce' of traverso bespeelden, de voorloper van de moderne dwarsfluit. Hier werden ze getransponeerd en bewerkt voor blokfluit, wat een praktijk was die alles behalve ongewoon was in de barok.

De drie Franse muzikanten die deze opname verwezenlijkten zijn blokfluitist Hugo Reyne, klavecinist Pierre Hantaï en gambaspeler Emmanuelle Guigues. Ze kozen vier van Bachs zes sonates voor fluit en continuo uit (twee vielen weg, BWV 1032 omdat hij onafgewerkt was en BWV 1031 omdat de auteur eerder Johann Joachim Quantz zou zijn geweest) en vulden die aan met de zelden gespeelde suite BWV 997.

Elke maat en elk deeltje uit deze sonates ademt muziek uit en dat is, zelfs als men het hoge niveau van vele barokopnames in acht neemt, toch uitzonderlijk. Hugo Reyne is een rasmuzikant die zijn instrument wonderlijk tot leven kan laten komen en in de langzame delen zelfs een gesmaakte vibrato naar boven haalt – iets wat gezien de vlakke klank van een blokfluit niet alledaags is maar wat deze muziek heel persoonlijk en gevoelig houdt. De snelle delen, zoals het tweede deel uit BWV 1033 of de opzwepende finale uit BWV 1034 krijgen die aanstekelijke, snelle virtuositeit mee die men doorgaans eerder met Italiaanse barokcomponisten associeert. In de sonate BWV 1030b kan hij ten slotte dat warme, diepe kleur van een tenorblokfluit latn horen.

Klavecinist Pierre Hantaï is bekend genoeg en doet vaak ook onze concertzalen aan. Zijn lichte manier van spelen ondersteunt de fluit op vele plaatsen maar hier en daar transformeert hij zich van continuobegeleider (een wat ondergeschikte rol misschien) tot evenwaardige partner van de fluit, zoals in de fuga in de suite BWV 997 of het menuet van BWV 1033. Gambaspeelster Emmanuelle Guigues heeft de wat ondankbare taak van de linkerhand, de bas van de klavecimbel te verdubbelen (en soms te versieren) en zoals steeds in barokuitvoeringen zorgt de gamba dan ook hoofdzakelijk voor kleur.

Het fantastische aan Bachs muziek (of aan veel barokmuziek in dat geval) is dat echte muzikanten zulke muziek kunnen doen open bloeien met een werkelijk geïnspireerde uitvoering en dat is hier zeker het geval. Dat maakt deze nieuwe uitgave een warme aanrader voor wie van Bach houdt.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.