Tien solozangers en elf instrumentalisten. Meer heeft Jos van Veldhoven niet nodig om met zijn Nederlandse Bachvereniging de 'Johannespassie' uit te voeren. Een koor? Nee hoor: verschillende studies duiden erop dat een koor bij Bach bijna steeds solistisch bezet was. Bovendien, en dat is voor de luisteraar het belangrijkste, zorgt een solistisch koor voor zoveel meer transparantie en komen Bachs fijnzinnige orkestrale details veel duidelijker tot uiting.
Van bij de eerste noten is duidelijk waar het in deze opname om draait: de 'Johannespassie' is een werk dat om een kamermuzikale behandeling vraagt. De enkelvoudige bezetting van het orkest geeft het openingskoor een erg stuwend en transparant karakter. Bovendien zorgt ze ervoor dat de schrijnende dissonantenketting tussen de twee hobo's (de enige blazers in het ensemble) extra in de verf wordt gezet. Die dissonantenketting zal uiteindelijk uitlopen in de herhaalde uitroepen Herr in het koor. De loopjes die daarop volgen klinken overigens opvallend fijn en vloeiend zonder de zin voor melodie te verliezen. Na het openingskoor begint het eigenlijke verhaal, met de afwisseling tussen actie en momenten van beschouwing, zoals aria's en koralen. De recitatieven van de Evangelist en de zgn. 'turba'-koren, waarin het volk spreekt, staan dan weer voor de actie. Het enige langere koornummer, naast het openingskoor, is het slotkoor "Ruhet Wohl" waarin Jezus in zijn graf wordt gelegd. Bach kiest hier voor een kenmerkend dalend motief met een opvallende ritmische accentverschuiving. Onder andere daardoor baadt het hele nummer in een sfeer van berusting.
In de talrijke koralen toont Bach eens te meer zijn meesterschap. Stuk voor stuk zijn het expressieve harmonische zettingen die nooit het vocale uit het oog verliezen. Elk van de vier lijnen heeft haar eigen karakter. Bovendien heeft deze opname met Jos van Veldhoven eindelijk een dirigent die de leestekens in de koraalteksten respecteert! Op de plaatsen waar Bach het vraagt wordt wat tijd genomen zonder te vervallen in maniërismen. Alles loopt zoals de tekst het vraagt.
De solisten zijn stuk voor stuk ideaal voor deze benadering. Ze kunnen zonder één enkel probleem de moeilijke aria's aan en kunnen zich bij de koornummers evenzeer inpassen in het ensemble. Toch verdienen twee van hen nog een speciale vermelding. Gerd Türk is een erg expressieve Evangelist met schitterende dictie en Bas Ramselaar maakt met zijn warme en beweeglijke bas van elke basaria een pareltje.
Deze Johannespassie is zonder meer een referentie. De keuze voor de solistische aanpak beïnvloedt de passie enkel maar ten goede en bovendien is deze uitvoering tot in de laatste puntjes afgewerkt. Niet te missen!
Meer over Johann Sebastian Bach
Verder bij Kwadratuur
Interessante links