Ton Koopman legde een tijdje geleden de laatste hand aan zijn integrale opname van Bachs cantates en het Nederlandse Challenge Records geeft nu telkens de highlights uit de cyclus opnieuw uit, met cd's die cantates groeperen naargelang het moment in de liturgische kalender waarvoor ze geschreven werden. De huidige cd stelt drie cantates voor nieuwjaarsdag voor (BWV 171, 41 en 16) en eentje voor de zondag na kerstmis (BWV 28). Nieuwjaarsdag was in het protestantse Leipzig liturgisch gezien misschien niet zo een belangrijke dag op de kalender maar ook de misvieringen voor de eerste zondag na kerstmis en die voor Driekoningen vereisten muzikale opluistering. Bovendien viel nieuwjaar in Leipzig toevallig samen met een grote jaarmarkt (de 'Neujarhsmesse') waarbij handelaars vanuit alle omstreken de stad aandeden. Het gevolg was dat de nieuwjaarsperiode voor Bach een ontzettend drukke periode moet zijn geweest, met niet minder dan achttien muzikale opvoeringen in een periode van twaalf dagen. Bach ging die uitdaging aan door een combinatie van oude composities te 'recycleren' en nieuwe werken te schrijven, telkens voor erg verscheidene bezettingen. Zo beschikken cantates 171 en 41 over trompetten en pauken, cantate 28 over een koor van cornetto en trombones en BWV 16 over twee oboe da caccia en hoorn om de gebruikelijke strijkers en continuo aan te vullen.
Voorbeelden van Bachs briljante orkestratie zijn er hier dan ook genoeg, van de lichte sopraanaria 'Jesus soll mein erstes Wort in dem neuen Jahre heissen' met zijn lichtvoetige vioolbegeleiding uit cantate 171 tot de aria voor bas en koor 'Lasst uns jauchzen' uit cantate 16, begeleid door fanfaremotiefjes in een extreem hoge corno da cacciapartij. Die laatste aria zet krachtdadig genoeg in maar bezit niet echt hetzelfde sprankelende dat bijvoorbeeld La Petite Bande in haar recente opname ervan (Accent 25304) kon steken. De cellobegeleiding in de tenoraria 'Woferne du den edlen Frieden' uit cantate 41 wordt met verve uitgevoerd, volledig in de solistische geest van Bachs cellosuites.
De solisten vertegenwoordigen ook hier weer het kruin van wat men in de barokwereld kan vragen. Toch valt de stemkleur van Sibylla Rubens, altijd wat typerend hard en penetrant op haar hoogste noten, niet bij iedereen in de smaak. Deborah York in cantate 28 doet het beter mar ze kan dan weer wat vermoeid klinken op sprongen en hoge noten, wat veel charme wegneemt uit een aria als 'Gottlob, nun geht das Jahr zu Ende'. Sandrina Piau doet het het beste maar afgezien van een recitatief in BWV 171 heeft zij niet veel te zingen. Tenor Christoph Prégardien is zoals steeds een plezier om te beluisteren maar zijn collega's Jörg Dürmüller (die cantate 28 zingt) en Paul Agnew die cantate 16 voor zijn rekening neemt hoeven niet voor hem onder te doen, Dürmüller met een heel verstaanbare en zachtaardige lezing van het duet 'Gott hat uns im heurigen Jahs gesegnet' bijvoorbeeld.
Een cd met vier nieuwjaarscantates staat bij Bach steeds garant voor feestelijke muziek. Koopman houdt het hoofd koel in zijn uitvoering en levert niet zoveel muzikaal vuurwerk af als bijvoorbeeld Gardiner maar zorgt wel voor transparante, stijlbewuste en muzikale uitvoeringen.
Meer over Johann Sebastian Bach
Verder bij Kwadratuur
Interessante links