Niet voor het eerst neemt Philippe Herreweghe Bachs 'Missa in h-moll' onder handen. In een ver verleden maakte de dirigent al een opname voor Harmonia Mundi, indertijd nog op LP en later pas omgezet naar cd. Die uitvoering werd hier en daar echter nog steeds als internationale standaard vernoemd, maar dat neemt niet weg dat de muzikant de tijd rijp achtte om in een nieuwe uitvoering te voorzien. Alweer heeft Herreweghe het Collegium Vocale Gent onder zijn hoede, zijn eigen vocale ensemble dat ook orkestmusici van de internationale scène plukt om muziek als deze uit te voeren. Een gelegenheidsensemble is het Collegium Vocale niet echt, omdat de dirigent inmiddels een jarenlange band met zijn verschillende kompanen heeft opgebouwd. Op concerten ziet men dan ook, zeker aan de eerste pupiters, steevast dezelfde gezichten opduiken. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat voor vele musici dit eveneens niet hun voordoop is voor wat Bachs grote mis betreft. De 'Missa in h-moll', in de volksmond vaker als 'Hohe Messe' aangeduid, is een van de weinige liturgische werken die de componist in het Latijn zou schrijven. Anders dan cantaten en motetten liet het misgegeven geen hertaling naar het Duits toe, en het ziet er naar uit dat Bach precies naar een dergelijke stijloefening op zoek was. Hij grasduinde in de periode van de creatie in veel werk dat hij eerder schreef, om het te herwerken in de miscontext. Hetzelfde ziet men overigens voor zijn passies en kerstmuziek, die hij eveneens in de jaren 1730 herwerkte tot de meesterwerken die het vandaag gebleken zijn. Toch verliep de compositie van zijn 'Hohe Messe' niet probleemloos: het zou meer dan vijftien jaar duren vooraleer Bach een definitieve vorm had gevonden die hem gelukkig stemde en hij zette pas een paar maanden voor zijn dood een definitief punt achter het stuk.
De verbintenis met Bachs eigen dood en de wetenschap dat de componist lang met dit werk zou geworsteld hebben, vergroot de zweem van mystiek die rondom de erg lange partituur hangt. Ironisch is dat het werk eigenlijk te lang duurt om in een echte misviering in te passen. Deed Bach dit bewust, omdat hij zijn kunst niet langer ten dienste wilde stellen aan het zuivere geloofsaspect? Aangenomen mag worden van niet, gezien Bach als geloofsmens veel waarde hechtte aan het belijden van de godsdienst. Een meer plausibele theorie zou kunnen zijn dat de kapelmeester zijn artisticiteit definitief in verbinding wilde brengen met zijn geloof, waardoor het werk een soort testament werd dat zich niet liet beperken in tijd. In die zin draagt de mis dus de sporen van een soort laatste wapenfeit, hoewel Bach zoals gezegd meer dan vijftien jaar voor zijn eigen dood al de kiem van het werk uitschreef.
Hoe dan ook: Herreweghe laat zich niet meeslepen door de muziekhistorische mythevorming rondom het meesterwerk en hij benadert de muziek heel gedienstig. Zijn Collegium Vocale Gent klinkt extreem dens en de manier waarop orkest, koor en solisten met elkaar omgaan en in elkaar "overlopen", heeft iets van een "perfecte transformatie". Er is in deze misopvoering constante interactie tussen het vocale en het orkestrale aspect, waarbij Herreweghe constant instaat voor een uitstekende balans. Het gemeenschappelijke karakter van waaruit deze muziek wordt aangepakt, zorgt dan ook voor een van meet af aan transcenderende ervaring, waarbij de zeer extroverte kopers en het erg warme koor het extatische bijna benaderen. In die zin is deze nieuwe opname, niet toevallig gemaakt in de Jesus Christus-Kirche in Berlijn, intenser en rijker dan Herreweghe's eerste opname. De dirigent bewaart echter het evenwicht en trekt de partituur niet scheef door al te verhalend te willen musiceren. Deze vijfdelige mis blijft immers wat ze is: een uitgerokken, contrastrijke, maar tegelijk heel consistente parel die geen monsterensemble nodig heeft om beklijvend te worden uitgevoerd. De subtiele ingrepen van Herreweghe, die er bijna uitsluitend op gericht zijn de natuurlijkheid te bevorderen, bewijzen dat de dirigent dat uitstekend begrepen heeft. Melomanen mogen daar Herreweghe dankbaar om zijn, want dit is, op amper een jaar tijd, de derde meesterlijke opname die de muzikant bij zijn eigen label verzorgt.