Representanten van de historische uitvoeringspraktijk proberen in concert of in de studio vaak een atmosfeer of een specifiek moment uit een ver verleden opnieuw op te wekken. Zelden gebeurt het omgekeerde: dat een ensemble zich de vraag stelt hoe een werk precies zou geklonken hebben als het op die specifieke plaats, op een specifiek moment in de tijd zou uitgevoerd geweest zijn. Pygmalion, een ensemble dat iets meer dan vijf jaar geleden werd opgericht met de wens om op authentieke instrumenten Barokmuziek vanuit een dynamisch perspectief te benaderen, ensceneert voor zijn laatste opname ‘Missa 1733’ echter precies een concert dat nooit heeft plaatsgevonden. Van Bachs ‘Hohe Messe’ wordt te pas en te onpas gezegd dat het de bekroning is van het hele oeuvre van de man, dat het zijn meest gecondenseerde en elementaire partituur is, dat ene werk waarin zijn hele repertoire moest en zou culmineren. Bevlogen romantici hebben niet weinig bijgedragen tot dat geïdealiseerde beeld van de ‘Hohe Messe’, een dat misschien niet helemaal incorrect is, maar onrecht doet aan het feit dat Bach al veel langer schetsen voor de mis in zijn schuif had zitten en uiteindelijk, bij de definitieve publicatie, durfde recycleren. Zo stuurde hij reeds in 1733 een manuscript voor een “missa brevis” naar Dresden, waar hij hoopte op een job. De omstandigheden in Leipzig stelden hem namelijk niet langer tevreden en hij hoopte in het muzikaal bijzonder goed ontwikkelde Dresden minder financiële en educatieve strubbelingen te ondervinden.

Bij wijze van cv stuurde Bach dus de “missa brevis”, het ‘Kyrie’ en ‘Gloria’ van wat later de ‘Hohe Messe’ zou worden, op naar Dresden. Of die daar ooit is opgevoerd, is niet gekend. Voor Pygmalion was het imaginaire kader echter inspirerend genoeg om er een cd-opname aan te wijden. Vanuit de partituur van deze foetale versie van een van Bachs meesterwerken begon Raphaël Pichon echt te studeren. Tempi, continuo, instrumentalisatie en ga zo maar door: alle parameters bracht hij nauwkeurig in kaart en probeerde hij zo waarheidsgetrouw als mogelijk in te vullen. Het ontbrak Pichon echter niet aan eigenzinnigheid: voor meer dramatisch effect schakelde hij bijvoorbeeld een theorbe in plaats van een luit in. Dat de dirigent zich niet heeft blindgestaard op details betekent dat hij op zoek wilde gaan naar een nog onopgegraven kern, een nieuwe essentie die de latere versie van het werk misschien kon verrijken. Of dat gelukt is, moet ieder voor zichzelf zien te beantwoorden. Hoe dan ook is het boeiend om een van de allermooiste partituren ooit geschreven in deze gedaante te kunnen horen, als een soort “work in progress”. De finale en vervoltooide versie, zoals die kort voor Bachs dood ter perse zou gaan, heeft zonder twijfel meer tragisch-troostend potentieel. Wat uiteraard niet betekent dat het niet waardevol is om te onderzoeken waar een meesterwerk begint, hoe het uitgroeit tot wat het is, welke kleine keuzes van groot belang kunnen blijken voor het resultaat.

Pygmalion is niet meteen een van de ensembles waar men spontaan aan denkt als het gaat om eminente uitvoeringen die de charme en de hartstocht van Barok nieuw leven inblazen. Wat niet is, kan echter nog komen: de klank van dit ensemble is bijzonder broos en kwetsbaar, maar blijft voortdurend perfect in balans. Dit op enkele virtuoze koperpartijen na, zoals in ‘Quoniam Tu Solus Sanctus’. Ook van de wat starre bas van Konstantin Wolff, die op René Jacobs laatste Pergolesi-opname evenmin wist in te palmen, heeft Pygmalions breekbare esthetische principes geen deugd. Bij de overige stemmen is er geen sprake van geldingsdrang: ze stellen zich erg sensitief op ten aanzien van hun partijen, die in al hun fragiliteit worden beantwoord door een grootschalig aangewend koor. Dit laat zich echter nooit verleiden tot pompeuze grandeur: daarvoor gaat Raphaël Pichon veel te slim om met deze muziek. Niet alleen geluidsmatig, ook architecturaal weet de dirigent immers een gevoel van eenheid te scheppen, dat dit album tot veel meer maakt dan louter aangenaam vergelijkingsmateriaal. Tragere tempi, zoals in het openingskyrie, storen niet omdat dit ensemble met tot klank geworden liefde vertolkt. Jazeker, Pygmalion is een collectief om in de gaten te houden.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Verder bij Spotify
Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.