Binnen het oeuvre van Bachs cantates nemen zijn wereldse of seculiere cantates een eerder bescheiden plaats in. Tegenover net minder dan tweehonderd religieuze cantates staan slechts een handjevol werken met een wereldse thematiek. Dat zijn dan doorgaans theatraal opgezette werken, een soort van operascènes in miniatuur. Dat is zeker zo voor twee van de drie cantates die Challenge Records hier (her)uitgeeft namelijk de 'Koffie Cantate' BWV 211 en de 'Boerencantate' BWV 212. Die eerste werd geschreven voor een uitvoering in Zimmermans koffiehuis in Leipzig waar Bach regelmatig concerteerde. De drie solisten bestaan uit een verteller (tenor), een vader (bas) en diens dochter (sopraan) die het genot van het koffiedrinken aanprijzen maar tegelijkertijd waarschuwen voor een overmatig koffieverbruik. De 'Bauernkantate', Bachs laatste wereldse cantate is opgevat als een soort van burlesk eerbetoon van lokale boeren aan hun heer, Carl Heinrich von Dieskau, een Saksisch edelman. Het werkje is geschreven in een opper-Saksisch dialect en toont Bach van een zeldzaam satirische kant, in een volks instrumentaal ensemble dat uit strijkers, traverso en hoorn bestaat of in Bachs parafrase van verscheidene volksdansen. 'Amore Traditore', de derde, kortere cantate waarmee de cd afsluit, is een vroeg werk dat Bach omstreeks 1720 in Köthen componeerde. Het is een solocantate voor bas met begeleiding van klavecimbel en een meer traditioneel voorbeeld van Bachs Italiaans geïnspireerde stijl.

Deze wereldse cantates geven hun zangers ruimschoots de gelegenheid om te (over)acteren, in de aria's maar vooral in de verhalende recitatieven. Ton Koopman neemt die gelegenheid echter niet altijd ten harte en zo komen de werken hier toch nog vrij ernstig over en wordt Bachs satire wat afgezwakt. Tenor Paul Agnew zet de 'Koffie Cantate' echter met gespeelde pompeuze ernst in ('Schweigt stille, plaudert nicht') en vader Schlendrian lijkt bij bas Klaus Mertens wat op het karikaturale commedia dell'arte personage van de gierige, oude vaderfiguur. Anne Grimm, die de sopraanpartij van de 'Koffie Cantate' zingt, doet dat met een egale, heldere sopraanstem die ideaal klinkt voor barokmuziek. Els Bongers, die de 'Boerencantate' voor haar rekening neemt, klinkt wat scherper van toon, al past dit wel in een rustiek werk als dit. Klaus Mertens, die de drie cantates inzong, is een oude bekende uit Ton Koopmans religieuze cantate cyclus en komt stijlvol, expressief en verstaanbaar over, precies zoals men bij Bachs muziek mag verwachten.

Naast de vocale partijen bevatten deze werken ook behoorlijk virtuoze instrumentale partijen, zoals die voor traverso in de 'Koffie Cantate', waar het slottrio laat horen wat voor kwaliteit de individuele muzikanten van het Amsterdam Baroque Orchesta in huis hebben. Zo toont deze plaat een kant van Bach waarmee minder mensen vertrouwd zullen zijn. Deze humoristische, vaak ironische muziek, die vrijelijk gebruik maakt van volksdeuntjes en klankimitaties (zoals de doedelzakimitatie in zang en begeleiding van het slotkoor van de 'Boerencantate') toont hoe vlotjes Bach ernstige kerkmuziek met seculiere composities kon afwisselen. Koopman zorgt voor een stijlvolle uitvoering die luchtiger klinkt dan zijn kijk op Bachs religieuze werken maar zeker verder had kunnen gaan in zijn vaak karikaturale dramatiek.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.