In tegenstelling tot anderen in de barokmuziekwereld, zoals Ton Koopman, Masaaki Suzuki of John Eliot Gardiner, is Philippe Herreweghe niet van plan een integrale cyclus van Bachs religieuze cantates op te nemen. Het repertoire is, zo vindt hij, te divers en kwalitatief te hoogstaand om het, als ware het massaproductie, integraal op plaat te zetten. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat Herreweghe met deze laatste cd, die de titel 'Jesu deine Passion' draagt, zich op onbekend terrein begeeft. Wat de vier cantates BWV 22, 23, 127 en 159 bij elkaar brengt, is het feit dat ze alle vier voor de zondag voor Aswoensdag gecomponeerd werden. Die datum was belangrijk, zowel in de Lutheraanse traditie als voor Bach persoonlijk. Deze zondag is namelijk de laatste voordat de vastenperiode begint en kerkmuziek tot Pasen niet meer uitgevoerd wordt – een reden voor Bach om zijn congregatie op muziek te vergasten die ze niet snel zouden vergeten! Bovendien was het voor deze dag dat Bach de twee eerste cantates op de cd, BWV 22 en 23 componeerde, bij wijze van proefstuk om aangesteld te worden als cantor in Leipzig. Weinig verrassend dan dat beide cantates, die voor en na de preek tijdens de misviering uitgevoerd werden, tot de knapste werken van Johann Sebastian Bach gerekend kunnen worden.
Op die manier is het repertoire van deze cd identiek aan dat op de eerste cd uit volume 21 van John Eliot Gardiners integrale cantatecyclus (Soli Deo Gloria 118) want ook Gardiner ordent Bachs cantates doorheen die cyclus naargelang de plaats die ze innemen in de Lutheraanse kalender. De kenmerken die Philippe Herreweghes Bach uitvoeringen zo herkenbaar maken, zijn hier ook weer aanwezig. Een precieze, delicate manier van spelen staat een soepele manier van deze muziek te brengen niet in de weg en Herreweghe laat zijn aandacht continu naar Bachs cantateteksten gaan. Die combinatie van woord en muziek is, ondanks de stevige aandacht die in de barokwereld doorgaans naar tekstbegrip en –uitspraak gaat, nog steeds waar Herreweghe heer en meester in is. Men hoeft geen opera-achtige theatrale effecten te verwachten, zelfs niet in het openingskoor van cantate 22, dat nochtans gemakkelijk scenisch opgevat kan worden met zijn afwisseling van bassolist en koor. Ditzelfde openingsdeel, met zijn verhalende lezing bij de zangers toont echter hoezeer dirigent en muzikanten zich rekenschap geven van de tekst, die vooruitloopt op het passieverhaal en de laatste reis van Jezus en zijn apostelen naar Jeruzalem schetst.
Technisch en muzikaal zijn dit uitvoeringen op zeer hoog niveau. Prachtige instrumentale momenten zitten in de vele obligate hobopartijen die enkele aria's begeleiden, zoals de basaria 'Es ist vollbracht' uit BWV 159. Een heerlijk zachte, gelaten sfeer heerst over het slotkoor van deze cantate. Zoals al eerder aangestipt, vallen de zangers op door hun vertellende, reciterende manier van zingen. Sopraan Sorothee Mields bezit een perfect gecontroleerde strem, zoals dat blijkt uit de ingetogen manier waarop ze de aria 'die Seele ruht in Jesu Händen' uit cantate 127 brengt en toch spontaan en natuurlijk overkomt. Ze gebruikt weinig vibrato, net als altus Matthew White trouwens maar haar topnoten krijgen een gezonde glans mee. Tenor Jan Kobow zingt met een stijlvolle uitspraak en frasering, net als Peter Kooy die zijn baspartij met een soepele stem sappig en boeiend weet voor te dragen.
Zo is ook dit weer een welkome aanwinst voor de bibliotheek van elke barokliefhebber. Goede uitvoeringen van Bach cantates zijn niet moeilijk te vinden maar Herreweghes delicate en liefdevolle aanpak van wat misschien wel 'zijn' repertoire genoemd kan worden, blijft toch steeds iets speciaals.
Meer over Johann Sebastian Bach
Verder bij Kwadratuur
Interessante links