Vier adventscantates worden voorgesteld op dit negende volume uit een integrale opname van Bachs cantates door La Petite Bande. Drie daarvan, cantates 61, 62 en 36 voor de eerste zondag van de advent, delen dezelfde hymne 'Nun komm, der Heiden Heiland' (het is niet de titel van cantate 36 weliswaar maar zorgt voor tekst en muziek in het tweede deel ervan) terwijl de vierde cantate, BWV 132 voor de laatste zondag van de advent geschreven werd. Net als BWV 61 is het een vroeg werk uit Bachs jaren in Weimar en voor die Weimar cantates gebruikt Sigiswald Kuijken een andere, hogere stemming dan voor de overige cantates, wat voor die muziek een wat archaïscher en strenger klankbeeld oplevert.

Afstandelijk is niet het woord dat men zou gebruiken om deze opnames te omschrijven: deze Bach, die met een zulke kleine bezetting gespeeld wordt, komt van ontzettend nabij over, alsof de luisteraar over de schouders van de muzikanten heen luistert. In het eerste koor uit BWV 62 hoort men bijvoorbeeld duidelijk elke kras en elke boogstreek in de strijkers. Geen epische spankracht eigenlijk in dit bekende openingskoor maar net een uitvoering die nuchter, gedreven en vrij snel klinkt. De fagot is trouwens opvallend goed hoorbaar in de continuo, dat verder uit orgel, cello en bas bestaat en dat geeft veel passages in deze muziek een wat ruwere klank. Verder bepaalt de tekst van de cantates zonder meer het karakter van de interpretatie. Men kan zich dus aan een uitbundig vrolijk ritme verwachten in het koor 'Schwingt freudig euch empor' waarmee cantate 36 begint en dat La Petite Bande met aanstekelijk enthousiasme inzet. De hele opname klinkt veeleer als enthousiaste kamermuziek die in beperkte, intieme kring uitgevoerd wordt.

De solisten worden naar gewoonte ook ingezet als koor, wat wil zeggen dat de koorpartijen met slechts één zanger per stem gezongen worden. Dat creëert een dunne textuur die Bachs contrapunt transparant doet overkomen. Minder hemelse grootsheid dus maar gemakkelijker om deze muziek aangrijpend en persoonlijk te brengen.

Sopraan Gerlinde Sämann mag een grote rol vervullen op deze plaat en zingt enkele bijzonder mooie sopraanaria's. Opvallend zijn bijvoorbeeld het virtuoze 'Bereitet die Wege, bereitet die Bahn' dat cantate 132 haar naam geeft en de vorm aanneemt van een indrukwekkende wedloop tussen hobo en sopraan, vol loopjes en figuraties. Het engelachtige 'Auch mit gedämpften, schwachen' klinkt totaal anders, vroom en intimistisch gezongen. Vooral Sämanns zuivere hoge noten doen het erg goed in deze muziek en contrasteren met het meer donkere timbre van alt Petra Noskaiova. Christoph Genz bezit een vlotte en goed verstaanbare uitspraak en zingt met een smaakvolle lyriek, zoals hij bewijst in een rustige aria als 'Die Liebe zieht mit sanften Schritten'. jan Van der Crabben rondt een verzorgde en overtuigende Bach-opname af met een zachtaardige en zonder meer muzikale lezing van Bachs baspartijen.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.